Faits-Divers
Op
3 juli 1921 hielden de socialisten van Aalst grote feestelijkheden ter
gelegenheid van het 25-jarig bestaan van hun bonden. Onder de vele meegedragen
vaandels was er een vlag geschonken door de Vrouwenbond en die in de zaal van
het belfort plechtig werd overhandigd door minister E. Anseele die het woord
kwam voeren. Het feest werd eveneens opgeluisterd door de aanwezigheid van
minister E. Vandervelde en afgevaardigden van alle socialistische partijen van
het land namen eraan deel. De geschonken vlag veroorzaakte nogal wat deining en
was het voorwerp van aller gesprekken omdat er volgens politiecommissaris Jules
Van de Winckel in zijn proces-verbaal een vrouw gansch naakt met de armen wijd
open op verbeeld is. “Deze morgen zijn wij het vaandel in ‘t
socialisch lokaal van dicht bij gaan bezichtigen en komen tot het besluit dat
het tegen de openbare zeden strijdt en niet zou mogen op straat gedragen
worden, te meer dat het vaandel stijf is en die vrouw er op geborduurd is
zoodat men ze gestadig in gansch haar naaktheid ziet. De ombers zijn zoo
weergegeven dat men tusschen dit afbeeldsel en eene levendige vrouw aan den
onderbuik geen verschil ziet. Het is vervaardigd door zeker De Winter van
Brussel wiens naam in kleine gouden letters er op
vermeld staat. Wij hebben bevel gegeven met dit vaandel niet meer uit te gaan
totdat wij eventueel nieuwe orders gebracht hebben.”
Sprekende
met Flips Henri, partijleider, wonende te Aalst verklaart deze in het vlaamsch : “Wij zullen in de eerste bestuurszitting over uwe
bemerking en uw verbod spreken. Het zijn de vrouwen der partij die dit
zinnebeeld gewild hebben omdat zij juist dezelfde gezien hebben in den
Vrouwenbond van Ronse die reeds meer dan 1 jaar
ingehuldigd is en waarmee zij reeds overal geweest zijn. Ik moet nochtans doen
opmerken dat het vrouwenvaandel van Ronse niet stijf is maar wappert en zoo
komt het misschien dat er nog niet gesproken geweest
is. In alle geval, ik zal uw verbod doen eerbiedigen en De
Winter die ook die van Ronse gemaakt heeft vragen of er geen middel is die
groote naaktheid wat te dekken.”
Uit
Aalst 1920-1940 – Jos Ghysens