HARMONIE

Verschenen in Harmonie Hand aan Hand Aalst – 75 jaar 1896-1971

 

 

Historiek van de Socialistische Harmonie “Hand aan Hand” Aalst

Samengesteld door Jan Wauters en Etienne Van Goethem

 

Documentatie grotendeels van de Heer LOUIS, PAUL, BOON, bijgenaamd “Boontje” schrijver, dichter en schilder, tevens lid van de B.S.P. en redacteur van “Vooruit”. Ook verschillende oud-muzikanten hebben hun bijdrage geleverd.

 

 

Jan De Meester, geboren te Aalst in januari 1858 en overleden te Aalst in 1912, stichtte in 1892 een zangkring “Vooruit zonder vrees” die wel als een begin van een “muziekmaatschappij” zonder instrumenten mag beschouwd worden. De zangkring stapt immers vooraan, bij elke stoet, optocht of manifestatie, om door het zingen van socialistische strijdliederen de plaats in te nemen van een muziekmaatschappij, die toen alleen het voorrecht was van de Katholieken en Liberalen.

 

In 1893 sluit de zangkring aan bij de partij als vereniging.

 

In 1894 sticht Jan De Meester een kindergroep die meiliederen zingen bij de viering van het meifeest, later “De Volkskinderen” genoemd. In het jaar 1895 wordt echter een “Trompettersclub” geboren met als naam “Vrank en Vrij”. De stichter ervan wordt nergens vermeld, maar meer dan waarschijnlijk is dit Adolf De Neef geweest. Midderwijl hadden enkele moedige jonge arbeiders de handen in elkaar geslagen en had Adolf De Neef een vijftal muzikanten gevormd (Jef Mertens, Charel De Beul, Van de Perre Frans, Miel Cornand en Van Biezen). Ook waren er zeven leerlingen (Frans Van de Berghe, René Braem, Domien Ghijssens, Felix Podevijn, Louis Chavez, Fernand Van Nieuwenhove en De Moor Emiel) eveneens opgeleid door Adolf De Neef.

 

Door de tegenstrevers kregen die muzikanten een typische Aalsterse naam, “Het Houten Kloefenmuziek” zo genoemd omdat bijna alle muzikant, arbeidersjongens, werkten bij Borremans, en allen houten kloefen of holleblokken droegen. Borremans was de enige fabriek in de stad waar die jongens niet buiten gegooid werden, als men vernam dat het socialisten waren. Deze muzikanten hadden toen hun lokaal in het Sint-Jorisstraatje, nr. 10, het lokaal heette “Recht voor Allen” bijgenaamd de “Blauwe Poort”. In 1896 stichtte Adolf De Neef de fanfare, waarvan hij tevens de eerste dirigent werd. Dit gebeurde gelijktijdig met het veranderen van lokaal “Recht voor Allen” naar het nieuw lokaal “Hand aan Hand” op de Saskaai, dat nochtans niet helemaal klaar was. Wat het eerste lokaal betreft zijn er gissingen.

Sommigen beweren als zou het eerste lokaal in de Zoutstraat, in de herberg “In de rode Leeuw”, zijn gevestigd geweest. De eerste uitstap zou naar de 1 mei stoet te Gent zijn geweest (1896 of 1897). In 1898 sticht Adolf De Neef de zanggroep “De Volkskinderen” waaruit men propagandisten, toneelspelers en muzikanten  kweekte. Ook de Daensisten hebben op het zelfde ogenblik een fanfare opgericht onder de naam “IJzeren Hand”. Daar de fanfare van de socialisten ook een naam moest hebben, heeft men eerst gedacht de naam te geven van “IJzeren Hand aan Hand”, doch deze naam werd maar éénmaal genoemd. De naam van het lokaal “Hand aan Hand” werd dan ook zonder meer aan de fanfare gegeven. De standaard of de vlag van de fanfare zou overgenomen zijn van de fanfare “De IJzeren Hand” voor de som van 500 frank, en zou door de coöperatief betaald zijn geworden. Vijf muzikanten van “De IJzeren Hand” kwamen de fanfare “Hand aan Hand” versterken. Op de vlag werden de naam van het muziek, alsook het jaartal 1896 genoteerd. De fanfare wordt spoedig het beste strijdmiddel van de partij. Er kan geen meeting of uitstap meer doorgaan zonder de medewerking van de fanfare. De muzikanten van het “Houten kloefenmuziek” hebben geen angst want hun muziekmaatschappij is hun trots. De bedreigingen en verwijten aan hun adres willen ze niet horen. Zij is de parel van de Denderstreek, want Ninove, noch Geraardsbergen bezitten een socialistisch muziekkorps.

 

In alle stoeten zijn er nu twee muziekkorpsen nm. “De Harmonie Vooruit” uit Gent en de fanfare “Hand aan Hand” uit Aalst. Het moet in het jaar 1900 of 1901 zijn, dat Adolf De Neef verplicht werd naar Engeland uit te wijken. In 1902 wordt één der Volkskinderen, Charel Van der Meersch, zoon van de lokaalhouder, André Van der Meersch, in de muziekschool van Aalst bekroond met een eerste prijs voor piano. Daar er een nieuwe muziekleider voor de fanfare moest aangeduid worden in de vervanging van Adolf De Neef, viel de keuze op Louis Spitaels. Onder deze leiding werd er in 1903 deelgenomen aan een muziekfestival ingericht door het stadsbestuur. Zij kregen verbod de rode wimpel te laten wapperen aan de standaard der fanfare (het dragen van een rode vlag was door de politie verboden). Doch, juist op de Grote markt aangekomen, schiet het koordje los waarmee de rode wimpel vastgebonden was, zodoende wapperde de rode wimpel toch (kwatongen beweerden dat het de zoveelste zet was van de rooien). Daar het muziek niet over de nodige fondsen beschikte voor aankoop van muziekinstrumenten speelden de muzikanten bals (zonder er iets voor te vragen) en in plaats van bier dronken ze cocowater, om aldus het maximum in de kas te storten voor aankoop van speeltuigen.

 

In 1903 werd er eveneens overgegaan tot de stichting van een kleine “Symphonie” onder de leiding van de jonge Karel Van der Meersch, samen met enkele jonge elementen van de Volkskinderen. Er werden enkele violen voor aangekocht. In dit jaar eveneens komt het tot een stichting van een fanfare te Geraardsbergen genaamd “De Verbroedering”. In 1906 wordt het 10-jarig bestaan van de fanfare gevierd, en komt Adolf De Neef uit Engeland over om dit feest bij te wonen. Al de leden van de fanfare worden gefotografeerd. Deze foto’s werden samengebracht in een album en als geschenk aan A. De Neef ter hand gesteld. De fanfare geeft een concert, hem ter ere (het is juist Aalst-kermis) en als hij dit concert aanhoord heeft, zegt hij tot de dirigent Louis Spitaels, “Dat is het Houten Kloefenmuziek van vroeger niet meer”. Inmiddels breekt wereldoorlog één uit, aktiviteiten waren er niet, de oorlog legde alles stil. Na de oorlog 1914-1918 kregen wij terug Louis Spitaels als chef van de fanfare. In feite was er toen onmiddellijk nog geen bestuur ten gevolge van de zopas geëindigde wereldoorlog. Het eerste bestuur ontstond in 1919 met als voorzitter : Miel De Jé, Bestuursleden : Fred Nichels, Polle Podevijn, Sooi De Bruyn, Petrus De Neef, Jan Verbruggen en Miel Cornand.

 

Volgens mededelingen van oud-muzikanten zou het ambt van Voorzitter nogal veranderd zijn, zo wordt ook nog als voorzitter Camiel Guns genoemd (schrijnwerker van beroep), als schatbewaarder zou Jan Beckaert, toen beheerder van de coöperatief, dit ambt hebben waargenomen. Ook dit bestuur veranderde gedurig, namen als Frans Van den Berghe, Alfred Steenhaut, Hector Cornand en andere werden genoemd. Nieuwe muzikanten kwamen steeds de fanfare vervoegen en weldra  bestond het muziek uit 104 spelende leden (klaroenen en tamboers inbegrepen). De herhalingen gingen toen door in de feestzaal van het “Volkshuis”, die later zal gebruikt worden als turnzaal en nog later dienst doen als cinema, genaamd “CINEMAX”. Gezien het groot aantal muzikanten werd er overgegaan tot de stichting van een tweede muziekvereniging genaamd harmonie “Kunst na Arbeid” dit in 1921. Als dirigent van de harmonie kregen wij de stichter van de vroegere symphonie Karel Van der Meersch. De eerste uitstap van de harmonie was op 1 mei 1922, met veertig muzikanten, meestal jongens van 12 tot 16 jaar. In deze periode waren er in de schoot van de partij dus twee sterke muziekverenigingen, wat spijtig genoeg maar enkele jaren duurde, gezien door allerlei moeilijkheden de besturen van deze twee maatschappijen genoodzaakt werden terug over te gaan tot het samensmelten van de beide muzieken. Dat gebeurde in 1930. Gezien de fanfare de oudste vereniging was werd haar naam “Hand aan Hand” behouden. In de periode van 1922 (vorming tweede muziek) en 1930 (samensmelting) kende de fanfare hoogten en laagten. Uitstappen en herhalingen werden niet meer bijgewoond zoals het hoorde, moeilijkheden tussen de muzikanten onderling, hetzelfde verschijnsel deed zich voor in de harmonie, zodat de vorming van één muziek de beste oplossing bleek te zijn. Na de samenvoeging bestond de fanfare nog uit een vijftig tal spelende leden. Met goede wil stak men opnieuw van wal onder de leiding van Karel Van der Meersch. Als Voorzitter Alfred Nichels (die later Burgemeester zou worden), als sekretaris Karel Amant. Toen kwam wereldoorlog nr. twee als spelbreker opdagen, en weer waren de aktiviteiten lamgelegd. Na het eindigen van deze oorlog werd in 1945 terug van wal gestoken met enkele bereidwillige muzikanten met als muziekleider Evariste Beeckman. De herhalingen gingen toen door in de muziekzaal met als uitzicht de Hoge Vesten. Het bestuur zag eruit als volgt : Voorzitter Frans Blankaert (die burgemeester is geweest van 1955 tot 1970), leden van het bestuur : Frans Van der Veken, Charles Smekens, Constant Arijs, Evariste Beeckman. In 1947 vierde de fanfare haar vijftigjarig bestaan (één jaar later dan het normaal zou moeten zijn geweest). Gezamenlijke foto van deze viering siert ons herhalingszaal. Het muziekkorps bestond toen ongeveer uit een veertigtal muzikanten. Midderwijl was de secretaris Frans Van der Veken overleden en werd hij opgevolgd door Hector Welleman. Het bestuur zag er als volgt uit : Voorzitter : Frans Blankaert, Sekretaris : Hector Welleman, leden van het bestuur : Gabriel Willem, Charles Smekens, Constant Arijs, Jozef Vinck en Beeckman Evariste.

 

Lang zou het echter niet duren want een splitsing in de partij bracht ook de scheuring in de fanfare. Het tweede muziek noemde zich de syndikale fanfare “Kunst na Arbeid”. De fanfare kende toen een zeer moeilijke periode, maar toch werd er voet bij stek gehouden. Het nieuw bestuur onderging weinig verandering, als dirigent kregen wij opnieuw de onvermoeibare Karel Van der Meersch. De vorige dirigent Evariste Beeckman kon deze taak niet meer op zich nemen,  doordat als sekretaris van “Bond Moyson” al zijn vrije tijd in beslag werd genomen. Voorzitter bleef Frans Blankaert en als Sekretaris kregen wij Frans Bascour. Bestuursleden : Frans Welleman, Joris De Wit, Constant Arijs, Frans Van den Berghe en Charles Smekens. De scheuring duurde geruime tijd, maar geleidelijk aan, keerden de muzikanten van de syndikale fanfare terug naar de fanfare “Hand aan Hand”. De fanfare werd weer een geheel, nog steeds onder de leiding van Karel Van der Meersch, zij had de zoveelste moeilijkheden overwonnen en kende terug een bloeiende periode.

 

Herhalingen, uitstappen en Concerten volgden elkaar regelmatig op en de successen bleven niet uit. In 1960 was er terug een nieuw bestuur tot stand gekomen met als Voozitter : Frans Blankaert, Sekretaris : Frans Bascour, Schatbewaarder : Steenhaut Victor in de vervanging van Charles Smekens, bestuursleden : Cornand Hector, De Kerpel Lucien, Wauters Jan, Van Hoorick Bert, Amant Frans (Zavelbaan), Van der Meersch Karel (dirigent), Van den Berghe Alfons, Welleman Frans en Ringoir Robert. In 1961 neemt Karel Van der Meersch ontslag om gezondheidsredenen en wordt als dirigent vervangen door Van den Berghe Alfons (nov. 61). In 1963 overleed onze vriend sekretaris Frans Bascour, tijdens zijn ziekte nam Jan Wauters de taak over van sekretaris, in 1964 kwam het terug tot een vernieuwing in het bestuur : Ere-Voorzitter : Frans Blankaert, Voorzitter : Jules Van Droogenbroeck, Onder-Voorzitter : Robert Ringoir, Sekretaris : Jan Wauters, Schatbewaarder : Steenhaut Victor, Hulp-Sekretaris : Adolf De Wolf, Verslagschrijver : Albert Amant, Leden : Bert Van Hoorick en Frans Amant (Blok). In 1965 kwam Jozef Van de Velde in het bestuur, dit ter vervanging van Albert Amant ontslaggevend. In 1966 noteerden wij volgende bestuurswijziging, de aanvulling door Paul Bellon werd verslagschrijver. In 1967 kregen wij opnieuw een andere dirigent gezien de vriend Van den Berghe Alfons niet meer opgewassen bleek voor de zware taak van dirigent wegens ziekte, werd deze opdracht toevertrouwd aan de kd. Honoré Verstraeten, die op dit ogenblik 23 jaar was en reeds over verscheidene diploma’s beschikte van notenleer en muziekinstrumentatie, behaald in het conservatorium te Gent. Men vernieuwde zaal zes en de fanfare nam er haar intrek in. Op 23-4-1968 hadden wij de algemene vergadering en het volgend bestuur : Voorzitter : Jules Van Droogenbroeck, Sekretaris : Jan Wauters, Schatbewaarder : Victor Steenhaut, Verslagschrijver : Paul Bellon, Verantwoordelijke muziekmateriaal : Adolf De Wolf, Leden : Albert Amant, Frans Amant (Zavelbaan), Troch Kamiel, Pierre Van de Velde, Etienne Van Goethem en Bert Van Hoorick. In 1968 neemt de fanfare voor het eerst deel aan het Provinciaal Muziektornooi te Herzele. Het muziek bood zich voor tweede kategorie, een prachtig resultaat bracht ons 85 % der punten op, en meteen een plaats in EERSTE kat., van een verrassing gesproken, wat een vreugde onder de muzikanten.

 

Bestendig kenden wij nu een groei en bloei en met de nodige aantal muzikanten op de wekelijkse herhalingen bleef dan ook het succes niet uit. Bij de jaarlijkse vergadering van 1-4-69 noteerden wij de ontslagen in het bestuur van Troch Kamiel en D’Hondt Simon. Door de Voorzitter wordt de melding gemaakt van het ontslag van de vriend Jan Wauters als sekretaris, de Voorzitter dankte deze kameraad voor zijn jaren aktiviteit als sekretaris, de leden van de fanfare sloten zich daar volmondig bij aan. Kameraad Etienne Van Goethem volgde de vriend Jan Wauters op als sekretaris. Op dezelfde vergadering werd bij eenparigheid van stemmen besloten de benaming “Fanfare” te wijzigen in “Harmonie”. 1 mei 1970 : historische dag voor de harmonie. Voor de eerste maal in haar geschiedenis verschijnen de muzikanten in een éénvormige kledij, wat een ontroerend ogenblik voor de vele stille medewerkers  die, ondanks de vele en zeer zware financiële last, er in geslaagd zijn dit tot stand te brengen. Juni 1970 : bekroning van onze schitterende werking van de laatste jaren door het behalen van de titel “Uitmuntendheid” ter gelegenheid van het provinciaal muziektornooi gehouden te Herdersem, waar wij dienden te bevestigen voor eerste kategorie en wij het echter zo schitterend deden, dat alle toehoorders en juryleden hun bewondering uitdrukten voor ons muzikaal optreden, resultaat van een goede samenwerking tussen muzikanten en bestuursleden. In dit opzicht dienen wij zeker de grote verdienste te belichten van onze geliefde muziekleider Honoré Verstraeten, aan wie wij ten slotte het meeste te danken hebben. Tot besluit van deze historiek, dank aan allen die steeds de naam van onze vereniging hebben hoog gehouden. De socialistische Harmonie “Hand aan Hand” 75 jaar jong, zal met fierheid en vreugde haar jubileumviering houden. Zij heeft al die jaren in de socialistische strijd haar plicht gedaan en zij zal deze ook in de toekomst blijven doen, voor het welzijn van de socialistische beweging en de arbeidersklasse. Leve de Socialistische Harmonie “HAND AAN HAND”.

 

Maart 1971