TOESPRAAK SCHEPEN DE SMEDT
NAV OPENING BUURTHUIS RECHTEROEVER
22 09 2006
Bijna zeven
jaar nadat de eerste concrete stappen werden gezet voor de bouw van een
buurthuis op rechteroever, moet ik u wellicht niet bevestigen dat ik ontzettend
trots ben u vandaag te laten kennis maken met dit pareltje van architectuur en
gebruiksvriendelijkheid.
Men zou dus kunnen stellen
dat we rustig de tijd genomen hebben om met veel aandacht en zorg het meest
geschikte gebouw op de meest geschikte plaats voor u te ontwerpen en te bouwen.
Onze eigen stadsarchitecte Hilde Eylenbosch koos voor een hedendaags en
schijnbaar eenvoudig ontwerp, zonder veel franjes.
Achter die schijnbare eenvoud
van het ontwerp schuilt echter een weldoordachte functionaliteit en een
verrassend creatieve omgang met beschikbare ruimte, middelen en materiaal. Vernieuwend
is ook de toonaangevende oplossing voor de hedendaagse problematiek van
milieuvriendelijk en energiezuinig beheer. Met veel inzet werd gezocht naar een
verantwoord evenwicht tussen ecologie en duurzaamheid.
Als schepen van openbare
werken past het, voor de deuren worden opengezet voor allerlei
ontmoetingsinitiatieven, dat ik een kort overzicht geef van de verschillende
fasen die het technisch dossier heeft doorlopen.
Het begon allemaal in
november ’99 met de aankoop van de
gronden van de Fiber Fleet, het voor sommigen onder u nog wel bekende fabriekspand. Belangrijk voor het stadsbestuur op
dat ogenblik was de ligging van die gronden. Het buurthuis moest opgericht
worden op een gemakkelijk toegankelijke plek, midden in de volksbuurt die al
vaak genoeg signalen had uitgestuurd dat aan de overkant van de Dender ook wel
eens voor moderne gemeenschapsinfrastructuur mocht worden gezorgd. Sommigen
zullen zich nog herinneren dat nog een paar jaar eerder de buurtwerking Acro
(nu Parol) hier op de hoek van dezelfde straat heel bescheiden van start ging
onder de bezielende leiding van Hilde Cammu. De soepmaaltijd van het eerste uur
is tot op
vandaag nog steeds gebleven
en de telling va n het aantal
gebruikers ging zelfs een
rol spelen in de beoordeling van de werking.
Op het ogenblik van de
aankoop van deze bouwplek, konden een aantal factoren niet worden voorzien: de
onstabiele ondergrond bijvoorbeeld, en het feit dat de percelen met een
historische bodemvervuiling waren belast en dus noodzakelijk gesaneerd dienden
te worden.
In september 2001 werden de
bestaande gebouwen gesloopt en een goed jaar later – in november 2002 – kon het
voorontwerp aan de buurtbewoners
worden voorgesteld. Het was die avond dat Sonia Peelman mij een doos met
levende muisjes overhandigde om aandacht te vragen voor de toen met muizen
geplaagde buurt.
Het voorliggend
plan leek ambitieus en veelbelovend, en de verwachtingen bleken – terecht -
hoog gespannen. Het stadsbestuur is in de mate van het mogelijke aan die
verwachtingen tegemoet gekomen.
Na de bodemsaneringswerken waarbij 1200 ton grond naar een
reinigingsinstallatie werd gebracht, kon uiteindelijk in september 2004 met de
werken worden gestart. De aannemer had 300 werkdagen de tijd om van de
voorliggende plannen een tastbare realisatie te maken.
Het reinigen van de bodem
duidde al op de zorg die het bestuur wilde besteden aan de leefkwaliteit. Ook
wat betreft akoestische hinder werd
alles in het werk gesteld om geluidshinder van activiteiten in de polyvalente
zaal te beperken. Geen moeite werd
gespaard: binnenmuren van zware volle betonblokken, een ruime spouw
opgevuld met minerale wol, een sas voor de toegang tot de zaal, geluidisolerende
dubbele beglazing, een zwevende constructie bovenop het dak, een
geluidsisolerend verlaagd plafond, akoestisch
geïsoleerde binnendeuren. Weinig fuif- en feestzalen in Vlaanderen zijn zo goed
afgestemd op de normen van de befaamde milieuwetgeving Vlarem II die ons hier
in Aalst al aardig parten speelde.
Ook aan de brandveiligheid werd veel aandacht
besteed. Brandwerende deuren verdelen het gebouw in compartimenten, in de
machinekamer van de lift en in de keuken werden automatische brandinstallaties
geplaatst. Uiteraard is het hele gebouw uitgerust met een modern waarschuwings-
en alarmsysteem.
In de technische uitrusting
zitten ook een flink pak vernieuwende en milieuvriendelijke elementen. Het centraal verwarmingssysteem draait op aardgas, de gelijkvloerse verdieping wordt verwarmd met
vloerverwarming en in de polyvalente zaal werd een ventilatiesysteem
geïnstalleerd. In de zuidelijke dakvlakhelling werden zonnecollectoren geplaatst, zij
verwarmen het water voor de keuken en voor de togen, in de riolering komt geen
druppel regenwater terecht.
Spectaculair is de aanleg van
een groendak op alle platte daken.
Een groendak is letterlijk wat het woord zegt: bovenop het platte dak wordt een
groenbedekking aangelegd bestaande uit diverse soorten mos en sedum. De planten
zorgen voor de opslag van regenwater, doordat ze als het ware een buffer vormen
van waaruit het water terug verdampt. Op die manier wordt het regenwater ook
nog gezuiverd. Bijkomend voordeel is de warmte- en geluidsisolerende kwaliteit
van een groendak. Het plat dak gaat ook veel langer
mee, omdat niet het dak, maar de planten de grote temperatuurschommelingen
opvangen. Met een verstandige aanpak kan
groen op het dak dus best een pak voordelen opleveren.
Misschien heeft
u ook nog nooit gehoord van een ,,wadi’’
Het klinkt wat exotisch en dat is het eigenlijk ook. Een ,,wadi’’
is een soort moerasvijver waarin een minimum aan regenwater wordt opgevangen.
Het grootste deel van het regenwater wordt immers aangesloten op een
regenwaterput van
U weet nu veel over de
techniek, u wil allicht ook weten wat er allemaal
achter die milieuvriendelijke muren en deuren zit. Ik som het
even voor u op: een polyvalente zaal
van
Dat is veel en het
kostenplaatje is dan ook niet niks.
Dit knappe gebouw heeft 1,9
miljoen euro (76 milj Bf) gekost, er zijn geen meeruitgaven en gelukkig werd
alles gesubsidieerd: voor
60% door AGI (adm. Gesubs. Infrastr) en voor 40% met SIF – Stedenfondsmiddelen.
Ondanks de moeilijke
financiele situatie van de centrumsteden heeft het stadsbestuur toch fors
willen investeren in dit ontmoetingshuis. Omdat we het belang begrijpen van een
eigen plek in een buurt. Ook vanuit openbare werken, zullen wij dit project
maar geslaagd weten, als mensen – u allemaal – er zich
thuis zullen voelen. Als er warme initiatieven groeien die het samenleven
makkelijker en gezelliger maken, als er contacten groeien die er mee toe
bijdragen dat we elkaar beter leren kennen en waarderen.
Ik ben dan ook heel blij dat
ik vandaag al een aantal bewoners van dit huis mag verwelkomen. Welkom Parol en Buurtweb en alle andere
verenigingen die occassioneel gebruik zullen maken van deze
gemeenschapsinfrastructuur. Een bijzonder welkom aan alle buurtbewoners die
hier aanwezig zijn. Blij dat u er bent. Breng bij uw volgende bezoek ook de
buren mee die vandaag achterbleven. Dit huis is ook voor hen. Welkom iedereen
die het goed met dit huis voorheeft.
De realisatie van ontmoetingshuis
De Brug is het werk van vele handen. Het dikke dossier wordt door vele mensen
en diensten gedragen. Ik wil hen vandaag allemaal van harte danken: de aannemer NV Van Den Bussche
uit Aalter, de subsidieerde overheden, de diensten van
de collega’s Van Mossevelde en Stijlemans, de dienst patrimonium en uiteraard de
dienst openbare werken, in het bijzonder de stadsarchitecte Hilde Eylenbosch,
ir. Herman Barrez en ir.Hans Goubert en hun medewerkers. Kortelings worden met
de aanleg van de omgeving, waarvoor
vooral Noël De Wolf de inspiratie leverde, de werken volledig afgerond. Ik hoop
van harte dat er tegen die tijd een hart klopt binnen deze muren.
Ik hoop dat Ontmoetingshuis
De Brug doet wat de naam suggereert: bruggen slaan tussen mensen en culturen,
ontmoetingen creëren die een huis tot een thuis maken.
Ik dank u.
Patrick De Smedt,
Schepen Openbare Werken en
Patrimonium.
.