Afscheidsrede Marc Galle
Elsa, Ines, Marnix, familie, vrienden en kameraden van Marc Galle,
Afscheid nemen…
Een zonnige vrijdag de dertiende was het, toen ik ’s
ochtends al bij het wakker worden een onbestemd gevoel van loslaten meedroeg.
Ik was jarig, en hoewel verjaardagen weinig betekenis
hebben voor mij, lag het dit keer ongewild anders.
Vijftig worden roept onbewust iets onherroepelijks op,
waarna je gaat terugkijken, alsof herinnering leeftijd draaglijker moet maken.
Een dag vol reflectie zou het worden, toen plots het gsm-berichtje kwam: Marc is overleden.
Doktor, minister, eminent politicus, kameraad Marc
Galle was overleden.
Het werd stil die dag.
Terugkijken en loslaten kreeg die dag meteen een heel
andere betekenis.
Met veel respect en in oprechte dankbaarheid is het,
dat ik vandaag, namens de socialistische beweging van Aalst, en in een ruimere
context, ook voor de Vlaamse en Europese sociaal-democratie, terugblik op het
politieke leven van Marc Galle, een veelzijdig, respect afdwingende
persoonlijkheid.
Midden de jaren zeventig had Marc Galle zich in
Brussel gevestigd en er ondertussen een academische carrière opgebouwd.
Opgegroeid in een arbeidersgezin, was hij er politiek
actief bij de Rode Leeuwen.
Zijn (en Elsa’s) bevestigende
,,ja’’ op de vraag van Willy Claes
om in Aalst de BSP-fakkel van Bert Van Hoorick over te nemen lag allerminst in de lijn der verwachtingen.
En toch klonk het gedecideerd en overtuigd, geen
halfslachtig engagement.
Marc vestigde zich met zijn gezin in de ajuinenstad en
gaf zijn academische carrière op voor een tweede plaats op de Kamerlijst, een
strijdplaats.
Een voornaam academicus die in een bij uitstek volkse
arbeidersstad een ideoloog en volksvriend als Bert Van Hoorick
zou opvolgen… leek het aanvankelijk onwaarschijnlijk, op zeer korte tijd was
het een realiteit.
Marc bleek het Aalsters niet
verleerd te hebben en toen hij die eerste periode aan de tand werd gevoeld
tijdens een carnavalsquiz leverde het hém, de germanist en taalzuiveraar,
volgende commentaar op uit het publiek: ,,Maar Marc, gij spreekt plat’’, wat
zoveel betekende als ,,Marc gij zijt één van ons!’’
Marc Galle scoorde meteen hoog als mens en politicus.
De Aalsterse socialisten
kregen met hem voor het eerst een Vlaams minister in de Belgische regering,
daarna in de Vlaamse Executieve.
Een minister met een sterke gedrevenheid die als intellectueel
zijn realistische kijk op de dagdagelijkse dingen van de mensen niet verloor.
Daar zorgden zijn copains
voor, trouwe kameraden als Polleken zijn chauffeur.
De intellectueel en de arbeider die elkaar hun wereld
lieten zien waarbij oprechtheid en vriendschap hen verbond voor het leven. Nog
tot met Marc’s verhuis naar Gent bracht Polleken
iedere zaterdag de ontbijtkoeken bij Marc en Elsa
thuis.
,,Marc,’’ zegt Polleke, ,,was
eerlijk en nobel, veel te braaf voor de politiek. Nooit zou hij iemand geweld
aan doen.’’
Minister Marc Galle was zijn tijd ver vooruit. Niet
alleen in zijn communicatie, maar ook in zijn politieke visie.
Hij was een politiek verruimer avant
la lettre, omringd door voor de partij vele nieuwe
gezichten met aanzien.
Hij was de eerste die een wetsvoorstel aankaartte om
de taalkennis van plaatselijke bestuurders te toetsen: het symbooldossier
Voeren.
Marc was ook de eerste met een uitgesproken aandacht
voor ecologische thema’s, hij voerde de eerste groene campagne zonder “koppen” met
het nog In Aalst bekende gestileerde groene boompje.
In de aanloop naar de verkiezingen herneemt de partij
nu dit principe met de affiches: “eerst principes, dan koppen”.
Onder zijn impuls werden oa
de Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij en Waterzuiveringsmaatschappij opgericht, mijlpalen in het
milieubewustzijn van velen.
Onze nationale partijvoorzitter Johan
Vande Lanotte verwoordde het
mij als volgt: “Marc Galle was de eerste echte minister van leefmilieu die
samen met zijn kabinetschef Norbert De Batselier op succesvolle manier groen en rood aan elkaar
verbonden. Een traditie die we tot op vandaag voortzetten en waar wij Marc als
beweging dankbaar voor zijn.”
Marc Galle was een kordaat minister. In ’81 sloot hij
het Chevron-Phillips-bedrijf in Tessenderlo
omdat deze chemische gigant geen oren had naar milieuvoorschriften.
De top van de Amerikaanse multinational stond perplex:
hoe durfde een minister van zo’n klein landje dit aan?
Maar de investeringen kwamen er en tien jaar later
werd het bedrijf om zijn vooruitstrevend milieubeleid gelauwerd.
Het was Galle ten voeten uit: bedachtzaam,
weloverwogen en vastbesloten.
Wie Marc zijn steun gaf,kon ook op hem rekenen.
Wie aan Marc hulp vroeg werd zo goed mogelijk
geholpen.
Hij had een uitgebreid dienstbetoon, toen dat nog geen
vies woord was.
Ik zie nog de ijzeren kasten met duizenden dossiers
voor me…
Rond die kasten hingen kunstwerken van internationaal
bekende kunstenaars, maar ook pentekeningen van lokale kunstenaars-partijmilitanten
zoals Richard Breckpot en Harry Pinky.
Hoewel zijn persoonlijke interesses zich in het
artistieke veld situeerden aanhoorde hij met aandacht en medeleven vaak intieme
of schrijnende verhalen en trachtte er in de mate van het mogelijke aan
tegemoet te komen.
Tegelijk leerde hij de gewone man via de culturele
socialistische centrale CSC De Rank van kunst en cultuur genieten.
Niet voor niets heeft de door hem gepatroneerde school
voor bijzonder onderwijs De Horizon, een reputatie op het artistieke vlak.
Over muren kijken om als mens rijker te worden.
Marc hervormde als minister van binnenlandse
aangelegenheden het gemeentefonds waardoor voortaan objectieve en vooraf
gekende criteria zouden gelden.
Zijn inspanningen leidden trouwens tot de
schuldsanering van nagenoeg alle Vlaamse gemeenten.
Het Aalsters stadspersoneel
zal de zogenaamde consolidatie- of Marc Galle-lening
niet licht vergeten!
De vrijmaking van de energiemarkt zou nog een paar
decennia op zich laten wachten, maar reeds begin de tachtiger jaren,
verplichtte minister Galle een democratisch debat over nieuwe contracten voor
energiedistributie.
Van toen af werd de monopolievorming in vraag gesteld.
Hij was een man van principes, overtuigd en bezield,
een minister die mee vorm heeft gegeven aan de Vlaamse democratie en de
socialistische principes heeft gevrijwaard.
Tegelijk bleef Marc de betrokkenheid met zijn
achterban bewaken.
Het was de tijd van de monstercampagnes, van de grote
bals met dito vedetten en de uitbundige meiavondfeesten.
De Aalstenaar was fier op
zijn minister en bleef hem, ook lang daarna ,,Mijnheer de Minister’’ noemen.
Steevast bleef zijn antwoord: ,,Zeg maar Marc.’’
Marc Galle was een wereldburger, de stap naar het
Europees parlement was slechts een logisch vervolg op zijn binnenlandse
carrière. Hij vatte zijn werk er aan zoals hij dat gewoon was te doen: met
gezag en aanzien, onderbouwd en gedurfd.
Zo probeerde hij de opgang van het Franse fascistisch
geïnspireerde Front National tegen te houden door de
immuniteit van Le Pen te doen opheffen.
Zijn rapport over de bescherming van de talen leidde
tot de definitieve erkenning van het Nederlands als officiële taal van de unie.
In ’95 publiceerde hij ,,Turkije, het onbeminde’’, een
warm pleidooi voor een democratisch Turkije.
Sinds Marc in ’77 in Aalst tot gemeenteraadslid werd
verkozen, was en bleef hij de onbetwiste voorman van de partij, ook al bedreef
hij de lokale politiek om deontologische redenen niet
expliciet.
Hij loodste als plaatselijk voorzitter de partij door
vaak moeilijke periodes waarbij hij de touwtjes steeds stevig in handen hield,
en daar kon hij ver in gaan.
Zoals ik met vele anderen kan getuigen, is de
aanwezigheid van een vooraanstaand figuur in de regering steeds een zegen voor
een stad of een gemeente, en Marc vergat zijn stad niet.
Hij zorgde ervoor dat SP-boegbeelden
Aalst wisten liggen.
Een afgeladen volle Keizershallen kon toen zelfs de
Nederlandse socialistische voorman Joop den Uyl
begroeten.
Marc won verkiezingen en was in het kiesarrondissement
een onbetwist stemmenkampioen.
De nieuwe SP- federatie werd toen de grootste
socialistische federatie van Oost-Vlaanderen.
Het bracht Galle tot in de kleinste gemeenten uit de
streek.
Zo deed hij ook café Capri
in Meldert aan, de landelijkste
deelgemeente van Aalst.
Marcel, voorzitter van de plaatselijke afdeling, was
aangedaan door het feit dat Marc als pas benoemd minister het bescheiden café
aandeed.
Hij klom bovenop een stoel en zei spontaan: ,,Marc, ge
hebt uw volk leren spreken en ge hebt nu uw beloning gekregen, ge zijt minister.
Maar ge zult het nog veel verder brengen, gij wordt
nog burgemeester van Aalst!’’
Het was zijn droom om zijn politieke carrière te besluiten
als burgemeester van het eigenzinnige ietwat anarchistische Aalst. Maar een
bitsige verkiezingsstrijd en een goed getimede verruimingsoperatie van de
coalitiepartner bracht het – eerlijk is eerlijk – voor hem onderhandelde
burgemeesterschap in gevaar.
Het is tekenend voor Marc dat hij op de verkiezingsavond
voor zichzelf geen enkele druk meer wou uitoefenen.
In het belang van de partij zag hij af van zijn lang
gekoesterde droom.
Ikzelf en vele anderen begrepen zijn ontgoocheling, ze
stond in schril contrast met de verwachtingen van vele militanten.
Marc werd toen voorzitter van de intercommunale Ilva, waarbij ik vooral onthoud dat hij zeer snel het
geblokkeerde huisvestingsdossier van het dierenasiel de oplossing bracht.
Marc heeft tal van jongeren, waaronder ikzelf, gestimuleerd
en de kans gegeven aan politiek te doen en bestuursverantwoordelijkheid te
dragen.
Dank je, Marc, voor de kansen, de bijsturing, de
inzichten.
Toen we je nu tien jaar geleden het erevoorzitterschap
voor het leven van onze partijafdeling aanboden en je dat in een overvol
Volkshuis ook aanvaardde, was dat een bescheiden blijk van onze waardering.
Marc, we zullen je missen.
Toen je naar Gent verhuisde dachten velen: die zien we
hier niet meer.
Het was niet waar.
Met regelmaat keerde je naar je vrienden en kameraden
terug.
Wekelijks gezellig kaarten met Polleken, René, Rudi en Jean.
Je gehechtheid aan Aalst was oprecht.
Onze gehechtheid aan jou is dat ook.
Lieve Elsa- (met s geschreven
zoals Marc dat steevast benadrukte) -
Het is nu 55 jaar geleden dat Marc, de praesis Germaanse aan de praesis
Romaanse uitgerekend voor de Gentse
“Vooruit” naar haar politieke kleur vroeg.
“Rood” antwoordde u toen- en rood was ook de kleur van
jullie innige liefde.
Jullie werden sindsdien een prachtig koppel.
Afscheid, zegt Van Dale, is
een handeling tussen personen waarbij de ene de andere gaat verlaten.
Van Dale zegt niet hoe je
dat moet doen.
Hoe je aan een gewaardeerde leermeester en vriend kan
zeggen: ga maar, zonder te weten of er een terugzien is, tenzij misschien in de
herinnering.
Onze herinneringen aan Marc zijn mooi.
Hij staat in ons geheugen gegrift als een groot politicus,
als een bezield cultuurkenner maar vooral ook als een warm en beminnelijk mens.
Herinneren is dichterbij brengen, oproepen wat is
geweest om het in het heden te actualiseren.
Vandaag start voor Marc de tijdloosheid, maar zijn
overtuiging en oprechtheid zullen ons blijven inspireren.
Dank je Marc, voor alles.
Het ga je goed vrijdenker, rode leeuw, kameraad.
Vaarwel Marc.
Patrick De Smedt
20 april 2007