INLEIDINGEN  - BIJDRAGEN BOEKEN

 

 

 

Inleiding bij boek Harry Pinky “Kerstnachtavonturen” 1986

Burgemeester Raymond Uyttersprot (1935-1987)

20 jaar KontaktcentrumMikis Theodorakis” Aalst 1968-1988

Premierevoorstelling 'La Passionata' in het CC 'De Werf'  4 april 1991

Armoedeboek “Overleven in Aalst” – 100 jaar na Daens – 1993

De denker bedacht – Peter Aertsen, het verhaal van 10 jaar “Cogito” 2003

VOORWOORD BIJ HET BOEK 'de roos in de

vuist'Voorwoord Petra Dooms

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Armoedeboek “Overleven in Aalst” – 100 jaar na Daens – 1993

 

 

EVEN

 

De BRTN-Panorama-uitzending in 1990 rond armoede in Vlaanderen, met o.a. opnames in Aalst, bracht “even” een schokeffect tot stand. “Even” was deze uitzending het gespreksthema van de volgende dag. Vele Aalstenaars werden er via deze aangrijpende beelden op een directe wijze “even” mee geconfronteerd, dat ook in steden als Aalst nog of opnieuw schrijnende vormen van onwel-zijn en armoede bestaan.

 

Getuigenissen als van de jonge moeder die in haar schamele armoede ervoor vreest, dat haar kind haar zal ontnomen worden, van de bejaarde vrouw wiens weinige meubeltjes per ongeluk met ’t groot huisvuil meegenomen werden of van het met vocht doortrokken huisje met het ene waterkraantje naast de voordeur … bleven “even” nazinderen. Ze wekten “even” medelijden op en waren zelfs “even” onderwerp van gesprek in de welzijnsraad, de O.C.M.W.-raad en het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Tegelijkertijd gaven sommige buren, welzijnswerkers en politici daadwerkelijk hulp aan diegenen die geďnterviewd werden in de televisie-uitzending.

 

Het besef dat deze spontane hulp of liefdadigheid beperkt bleef tot het aantal mensen, die aan bod kwamen in de uitzending, en vooral het besef dat hiermee aan de situatie van deze en zovele anderen geen structurele oplossing gegeven werd, zette ons ertoe aan om in de schoot van de Aalsterse raad voor welzijnsbeleid dit thema niet “even” maar “blijvend” aan te pakken.

 

Het Coördinatiecomité voor Welzijnsbeleid moest, na de waardevolle studies en beleidsvoorstellen, van de voorbije vijf jaar nu maar eens meer praktijkgericht initiatief nemen. In tegenstelling tot de theoretische, bijna wetenschappelijke analyses en voorstellen van het Coco-Welzijns-meer-jarenplan 1989-1994 (dat ondertussen reeds op vele vlakken uitwerking kreeg), ontwikkelden wij nu de idee om een beter leesbaar en meer aanspreekbaar boek te maken, in een directe stijl voor het grote publiek.

 

Net zoals die bewuste Panorama-uitzending zou of moest ons “armoedeboek” via eerlijke en levensechte getuigenissen van Aalstenaars de nog bestaande en steeds groeiende armoede in de stad van Daens en Boon anno 1992 blootleggen.

 

Onze eerste bedoeling is dat dit boek welzijnswerkers en beleidsvoerders ertoe zal helpen aanzetten om versneld oplossingen te zoeken en mogelijk te maken. Een tweede bedoeling is om via dit initiatief uitdrukkelijk de betrokkenen zelf aan het woord te laten.

 

Het belang van dit laatste kan moeilijk overschat worden. Niemand kent beter de “problematiek” dan zijzelf. In andere steden komen zij geregeld samen, om mekaar te bemoedigen en te steunen, maar ook om samen aan belangenverdediging te doen. In “Zolang je niet naar me luistert ; een verhaal van arm en rijk” schrijft Karel Staes van het Antwerps Vierde Wereldcentrum Cauwenberg over zo’n groep : “Zij worden hier geboren. Ze worden mens voor de allereerste keer in hun leven, omdat ze elkaar herkennen : ze zien bij anderen wie ze zelf zijn. En ze hoeven er niet beschaamd over te zijn”.

 

Een dergelijk initiatief in Aalst zou de liefdadigheid pas echt kunnen overstijgen. Ikzelf ben bereid hier, in samenwerking met anderen, werk van te maken. Mag dit boek er een aanzet toe zijn.

 

BLIJVEND

 

Naarmate dit boek groeide en meer en meer “onrecht” (het vierde-wereld-woord voor “armoede”) in kaart gebracht werd, stond de wereld gelukkig niet stil. Op nationaal vlak bv. leidt het fameuze “Contract met de Burger” – op gang gebracht door informateur-Minister Melchior Wathelet – tot o.m. meer hulp aan daklozen. In het Vlaams Gewest biedt het urgentieprogramma van Gemeenschapsminister Norbert De Batselier nieuwe kansen voor sociale huisvesting. De tewerkstellingsconferentie in Vlaanderen werkt onder impuls van Gemeenschapsminister Leona Detičge ook en uitdrukkelijk aan de arbeidssituatie van de langdurig werkloze laaggeschoolden. Dergelijke initiatieven tonen aan dat niet alleen de welzijnssector (in strikte zin) een boodschap heeft aan de kansarmoede-realiteit.

 

In Aalst zelf wordt inmiddels een zogeheten Aalsters Sociaal Fonds opgericht, dat eveneens een blijvende impuls moet kunnen geven aan het sleutelen aan oorzaken van kansarmoede.

Dit Fonds is een tussenschakel tussen wie het kan helpen financieren (bovenop de 4 miljoen die stad en O.C.M.W. bijdragen) en diegenen die op het terrein projecten realiseren. Het beoogt geen moderne liefdadigheid, maar een blijvende emancipatie van medeburgers, die nu aan de kant staan.

 

Dit boek komt dan ook op tijd, om de sprong van “even” naar “blijvend” te helpen zetten. Ooit schreef iemand “hoe in de negentiende eeuw de arbeiders van Aalst vochten tegen armoede en onrecht”. Moge ook de inhoud van “Overleven in Aalst, aan de drempel van de eenentwintigste eeuw” zo vlug mogelijk geschiedenis worden. Solidariteit is het sleutelwoord!

 

Patrick De Smedt

Schepen Stad Aalst (1)

 

(1) Patrick De Smedt was voorzitter van het Aalsters Coördinatiecomité voor Welzijnsbeleid, toen in 1991 besloten werd tot dit initiatief.

 

 

 

 

 

 

Terug naar boven…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Burgemeester Raymond Uyttersprot (1935-1987)

 

 

Patrick De Smedt : Schepen van Openbare Werken te Aalst - 1987

 

 

Het was op een maandag toen ons het nieuws van zijn overlijden bereikte. Het regende en het was koud. Zijn dood was niet meer te vermijden geweest. Aalst rouwde om het heengaan van zijn eerste burger. Het waren de laatste dagen van maart 1987.

Vier jaar eerder legde ik als jongste lid van de Aalsterse gemeenteraad de eed af in handen van burgemeester Raymond Uyttersprot. Ik was 25. Wetend hoe frustrerend het oppositie voeren wel kan zijn, bejegende hij de leden van de minderheid en zeker de jongeren met passend respect. Ik blijf hem daarvoor erkentelijk.

 

De grote retoriek is niet echt aan mij besteed. Dat laat ik aan anderen. Raymond was een mens van vlees en bloed, d.w.z. met zijn vele en unieke kwaliteiten en, hoe zou het anders kunnen, ook met zijn gebreken. Zijn verbazende werkkracht, zijn natuurlijk leiderschap en zijn grote populariteit maakten hem tot een uitzonderlijk burgemeester. Het is mooi hetzelfde geloof in eigen kunnen en dezelfde positieve ingesteldheid terug te zien bij zijn dochter Ilse.

 

Voor mij ligt een vergeelde foto in april 1944 genomen in de Tinnenhoekschool. De klasfoto verhaalt de armoede en de oorlogsmiserie van kinderen die te vlug volwassen moesten worden. Dat is ook te zien aan het jongetje helemaal rechts vooraan. Het blijkt om de latere burgemeester van Groot-Aalst te gaan. De foto vormt de basis van een project van Luc De Block voor de nieuwbouw van de school. Er werd gekozen voor een ander kunstwerk. Misschien kan het op een andere plaats toch nog uitgevoerd worden als hommage aan Raymond Uyttersprot en als herinnering aan het feit, en dat stemt mij gelukkig, dat zijn echte roots in Moorsel van huis uit niet wit of zwart geweest zijn, maar vooral sociaal bewogen. De geschiedenis heeft daar, vind ik, recht op.

 

 

 

Terug naar boven…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inleiding bij boek Harry Pinky “Kerstnachtavonturen” 1986

 

 

Hendrick De Smedt, in de Denderstreek beter gekend als Harry Pinky, werd geboren te Aalst in 1931.

Hij verwierf in zijn streek bekendheid als veelvuldig amateur-kunstenaar. Er zijn immers weinig kunstuitingen die hij nog niet beoefende.

Zo was en is hij door vele Aalstenaars welgekend als orkestleider, als showman en animator, als toondichter, als tekenaar, als carnavalist, als boeiend verteller, als dichter … en misschien nu ook als schrijver.

 

In tegenstelling tot zijn tekeningen en muziek, waarmee hij reeds meermaals naar buiten trad, bleven zijn gedichten en verhalen tot op heden opgeborgen in één of andere lade.

Toch heeft de gedachte om op één of andere wijze deze werken aan het grote publiek voor te stellen hem nooit losgelaten.

Het voorlezen van deze kerstverhalen tijdens een aantal opeenvolgende privé-kerstavondfeesten, en de positieve respons die Harry bij zijn naaste vrienden kreeg, stimuleerde hem tenslotte om 4 van deze verhalen te bundelen en in boekvorm uit te geven.

 

Op deze wijze krijgen zijn vele vrienden en kennissen nu ook de gelegenheid om de gevoelsmens Harry Pinky in een voor hen nieuwe vorm nog beter te leren kennen.

 

Zijn stille wens wordt werkelijkheid.

 

Hoewel deze verhalen op het eerste gezicht nogal fantasierijk en dromerig overkomen, zullen diegenen die Harry kennen onmiddellijk zijn typische gevoelswereld herkennen.

 

Zijn liefde voor de mens, de dieren en de natuur gekoppeld aan zijn zin voor avontuur en romantiek lopen als een rode draad doorheen deze kerstverhalen.

 

Heel wat situaties zijn perfect toepasbaar op zijn eigen leefwereld en herinneren aan zijn nostalgische liefde voor de jeugdbeweging.

 

Deze in spreektaal neergeschreven avonturen leggen zijn ongekunstelde eenvoud en natuurlijke openhartigheid ten volle bloot.

 

Net zoals de grote Goethe het eens omschreef stoort Harry zich niet aan regels en voorbeelden, evenmin gebruikt hij de vleugels van anderen, maar probeert zelf te vliegen.

 

Een mooi initiatief dat navolging verdient !

 

Patrick De Smedt,

gemeenteraadslid

 

 

 

Terug naar boven…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20 jaar KontaktcentrumMikis Theodorakis” Aalst 1968-1988

 

 

“Meer dan twintig jaar geleden belandde de Griekse componist-dirigent Mikis Theodorakis, toendertijd reeds kommunistisch parlementslid, na de machtsovername van de kolonels in de Griekse gevangenis.

De veelzijdige muziek van deze, naar vrede en rechtvaardigheid hunkerende linkse revolutionair werd tegelijkertijd door het toenmalig diktatoriaal regime verboden.

Alleen al de naamgeving van het kontaktcentrum in de Nieuwbeekstraat moet aldus de bezoekers juist oriënteren.

En hoewel de Aalsterse Mikisclub in hoofdzaak dienst doet als Kommunistisch partijlokaal, moeten wij erkennen dat de verantwoordelijken er via hun activiteitenkeuze en persoonlijke opstelling in slaagden van dit progressief centrum een echte ontmoetingsplaats te maken voor iedere Aalstenaar, ongeacht de politieke of filosofische overtuiging.

De feitelijke tegenstelling partijlokaal – open centrum wordt in de Mikisklub weggewerkt door het enthousiaste, warme en open onthaal.

Jos De Geyter en zijn ploeg slaagden er reeds lang voor Gorbatsjov in om te Aalst de Glasnost-gedachte in de praktijk uit te werken met de bescheiden middelen waarover men beschikt.

Dat de grote “Mikishimself in oktober ’88 zal optreden in de Nieuwbeekstraat is het mooiste eerbetoon dat de vereniging zichzelf bij haar twintigjarig bestaan kan toewensen.”

 

Patrick De Smedt, SP-raadslid

 

 

Terug naar boven…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De denker bedacht – Peter Aertsen, het verhaal van 10 jaar “Cogito” 2003

 

 

Uit een Oeso onderzoek in 2000 bleek dat Vlaamse jongeren de beste van Europa zijn in leesvaardigheid en wiskundig denken, maar pas op de negende plaats eindigen als het op zelfstandig en kritisch denken, reflecteren en dialogeren aankomt.

Wat de overdracht van kennis betreft, scoort ons onderwijs heel goed maar in kritisch en zelfstandig denken kan het beter.

Vlaamse jongeren moeten de kans krijgen om niet alleen kennis op te doen, maar ook een eigen mening en een eigen waardepatroon te vormen.

Daarom pleiten zes polici van de verschillende democratische partijen ervoor om filosofie als een volwaardig vak in te voeren in het onderwijs.

 

Peter Aertsen heeft deze lessen niet gekregen en ook niet nodig gehad.

Hij is, naast een heleboel andere dingen, altijd een denker en zoeker geweest, hij is een levenskunstenaar.

Ik verklaar mij nader.

 

Om de structuur van het denken te begrijpen, moeten we zien hoe de delen functioneren en wat er kan gebeuren als er veranderingen optreden of aangebracht worden.

Inzicht in de structuren is geen doel op zich maar een middel om vorm te geven aan onze kijk op de wereld. De overeenkomst tussen onze gedachten en de wereld, de brug die we slaan van het verleden naar de toekomst, de vraag wat de stoffelijke wereld bevat en hoe onze geest daarin past, zijn allemaal onderwerpen waaraan de grootste filosofen zich hebben gewijd, dikwijls zonder blijvend succes.

 

Is de kritische reflectie dan vergeefs ?

Allerminst. Het begrijpen tout court is zeker waardevol.

En als dat leidt tot een gematigd scepticisme of tot het inzicht dat bescheidenheid op zijn plaats is bij spectaculaire gedachten, kan dat ook geen kwaad.

De wereld is vol ideeën en een gepast besef van hun kracht, hun moeilijkheid, hun zwakte en hun feilbaarheid is altijd op zijn plaats.

 

Misschien zijn we uiteindelijk trots op de structuren die we hebben opgebouwd, of misschien niet en moeten we ze afbreken om opnieuw te beginnen.

Maar eerst moeten we ze leren kennen.

Dat is wat Peter vooral bezighoudt : het onderzoek van de processen die aan het menselijk handelen, aan het ontstaan van systemen en structuren ten grondslag liggen. Te weten wat ons denken, ons voelen en ons handelen stuurt.

 

Hoe het denken over wat u doet, beďnvloedt hoe u het doet, en soms zelfs of u het doet.

Wat heeft deze zoektocht nu echt voor zin ?

Peter geeft hierop zelf een antwoord : hij wil begrijpen OMDAT ER GEVOLGEN ZIJN VOOR DE PRAKTIJK, VOOR DE SAMENLEVING, VOOR DE MENSEN.

 

Wij moeten ons de filosofische doordachte levenskunst van Peter Aertsen derhalve niet voorstellen als een levenskunst voor wie het goed gaat, als een luxe-artikel voor wie verder alles heeft, maar veeleer als een existentiële levenskunst die de ethische reflectie laat beginnen bij de houding en het gedrag van het individu zelf om vervolgens aan het eigen leven en samen met anderen, aan de samenleving te werken.

Levenskunst is m.a.w; niet datgene wat we hebben maar datgene waar het ons aan ontbreekt en steeds zal aan ontbreken.

 

Peter heeft hiervan een “gepast besef”.

Zijn denken, voelen en handelen worden gedetermineerd door de centrale begrippen vrijheid en macht en zijn geďnspireerd door ethiek en zingeving.

Van daaruit wil hij mensen interesseren voor ideeën die te maken hebben met zeer concrete problemen in de wereld vandaag.

Niet op een zweverige of naďeve manier, maar met de beide voeten op de grond en met het bijhorende down to earth pragmatisme.

De thema’s : vluchtelingen, geld, drugpreventie, marxisme, extreem-rechts, armoede … om er maar een paar te noemen, verraden zijn sympathie voor het linkse gedachtegoed.

En juist daarom zit ik op de eerste rij om hem te lezen of naar hem te luisteren. Want naast denken en schrijven kan hij zijn ideeën ook nog goed onder woorden brengen.

 

Waarom hij op latere leeftijd ook nog trommelaar werd bij de Rode Valken moet ik hem dringend eens vragen.

 

Ik hoop dat zijn zoektocht nog lang verder gaat.

Een echte filosoof blijft immers altijd vragen stellen.

 

Patrick De Smedt

 

Terug naar boven…

 

 

 

 

PREMIEREVOORSTELLLING LA PASSIONATA IN HET CC DE WERF

4 APRIL 1991

 

 

Van Nefertiti tot Aphrodite, van Penelope tot Aspasia, van Sabijnse maagd tot Matrone, van slotvrouw tot concubine, van courtisane tot passionaria, van Pola Negri tot Kim Basinger, hebben dichters, beeldhouwers, componisten en theater- en filmmakers doorheen alle grote stromingen in de kunst, de schoonheid van de vrouw bejubeld en gepoogd haar mysterieuze wezen te doorgronden.

 

"Das naturel der frauen", zegt Goethe, "ist so nah mit kunst verwant". De beroemde courtisane Nino de Leclos voegde daar, na een leven rijk aan ervaring, aan toe "il va falloir choisir d'aimer les femmes ou bien de les connaitre". Maar eigenlijk hadden de oude grieken dit al in de gaten. Dat bewijst volgende bekentenis van Demosthenes : "wij hebben vriendinnen voor de genoegens van de geest, meisjes voor de genoegens van de zinnen en vrouwen om zonen van eigen ras te hebben en over onze woningen te waken".

 

Dat wat Goethe "das ewig-weibliche" noemde heeft in de loop der tijden wel heel wat vormwijzigingen ondergaan. Elk tijdperk creëerde zijn ideale schoonheid, zijn gedroomde vrouwbeeld. De fysionomie van de archaische venus van Willendorf is niet dezelfde als van de venus van de renaissance-schilder Giorgione. De geest van een tijd modelleerde het beeld van de vrouw als mythische incarnatie van een godin, onaards, glorieus, ongenaakbaar, hoofs en ingetogen of magisch, delicaat, onstuimig, beweeglijk en sensueel, naarmate het sentiment de geest verdringt wanneer de romantiek in aantocht is.

 

Als nog later Monet "le printemps" schildert, hoeveel heeft dan de vrouw die voor hem model heeft gestaan nog te maken met deze evocatie van de lente ? Zij is er en ze is er niet. Zij is er als charmante buitenkant, als rode mond, als ogen vol tederheid, als ronding van een wang, als "joli chapeau" gereed om mee te gaan naar een van de "fętes galantes" van Verlaine.

 

Dit alles, dames en heren, moet ons er toe brengen te besluiten dat het thema van La Passionata universeel en van alle tijden is, maar vooral romantisch.

"Chateau La Passionata, of de velden die vol roze zijn", een bundel die vrouwen, liefde en wijn met verholen passie verheerlijkt, werd in 1989 door Lannoo gepubliceerd. De dichters Koen Stassijns en Ivo Van Strijtem konden zich al gauw verheugen in het succes van de bundel, die in snel tempo meer dan zevenduizend keer over de toog van de boekhandel ging.

 

Een tweede uitgave volgde. Nu beleeft de dichtbundel een tweede bestaan als leidraad en inspiratiebron voor een avondvullende productie.

 

Eddy Peremans, gitarist, componist, stuwende kracht van Trio 18 en leraar aan de Aalsterse muziekacademie, liet zich door de twaalf gedichten van "Chateau La Passionata" inspireren voor het componeren van 22 liederen. Daarbij werden alle registers opengetrokken zonder afbreuk te doen aan de eigen sfeer van elk gedicht. Dit niet alledaags gebeuren resulteerde in een uniek eindresultaat. La Passionata werd een zoektocht naar de eenheid van klank en woord. De keuze van de juiste stem bij elk gedicht is een van de meest geslaagde elementen van het gehele opzet.

 

 

 

 

 

Bijna alle uitvoerders hebben nauwe banden met Aalst. Dat geldt voor Koen Stassijns en Ivo Van Strijtem en hetzelfde mag gezegd worden van Eddy Peremens en zanger William Souffreau. Ook de musici Alain Reubens, Els Moeyersoons, Johan Evenepoel, Raf Lenssens en Paul Renders hebben roots in Aalst, terwijl regisseur Dirk Van Vaerenbergh en decorontwerper Danny Cobbaut geen onbekenden zijn in Aalsterse theatermiddens.

 

Schepen van cultuur, Gracienne Van Nieuwenborgh, gaf een mooie omschrijving van La Passionata met de woorden : een sopraan en een rockzanger, een dwarsfluit en een gitaar ontmoeten elkaar in twee dichters ... het verhaal van La Passionata.

Nu eens idyllisch en teder, dan weer erotisch en lichamelijk ; nu een doorvoeld en beklijvend, dan weer frivool en vluchtig ; nu eens gloedvol en zinnelijk, dan weer koesterend en ontroerend, is de uitvoering blijven boeien tot op het einde. La Passionata is een verfrissende cocktail geworden van klassieke muziek, chanson en blues, aangeboden door een verrassend gezelschap. Hierbij wil ik nog even speciaal de prestatie van Wanda Joosten in de schijnwerper plaatsen, die hier getuigenis aflegt van een grote plankvastheid, stembeheersing en een nog grotere presence. Ik heb er met volle teugen van genoten.

 

Ten slotte, dames en heren, mag ik U ook nog wijzen op de actieve medewerking van het cultureel centrum De Werf aan deze productie. De Werf fungeert voor het eerst als theaterbureau voor La Passiontata. Samen met een volledig dossier over de productie, krijgen alle culturele centra in Vlaanderen en Nederland een door Anton Cogen geregisseerde video-opname toegestuurd.

 

Met de vermelding dat er ook een CD op de markt wordt gebracht met een selectie van de 22 composities en dat de uitvoering door Vlaanderen en Nederland met een voltallige zowel als met een kleine bezetting kan worden gebracht, ben ik, dacht ik, vrij volledig geweest en rest mij tot besluit alleen nog U te bedanken voor uw aandacht en La Passionata een succesvolle reis toe te wensen doorheen ons Nederlandstalig cultuurlandschap of om het met andere woorden te zeggen, zoals dat in de goede theatermiddens gebruikelijk is : "merde" !

 

Ik dank U voor uw aandacht.

 

PATRICK DE SMEDT

Schepen van Jeugd, Sport

en Gezinszorg