Op 13 juni van dit jaar hield Jacques Chirac zijn eerste persconferentie als president. Chirac kondigde meteen aan dat Frankrijk de kernproeven zou hervatten. De laatste test, in een reeks van acht, moet uiteindelijk in mei 1996 plaatsvinden, want Frankrijk heeft duidelijk de bedoeling om daarna het internationaal verdrag inzake het verbod van kernproeven te tekenen.
Nu, vier maanden en twee kernproeven later, blijft de kritiek op de beslissing van Chirac aanzwellen. De Franse president jaagt de hele wereld tegen zich in het harnas. Men ziet en hoort steeds vaker de scheldnaam "Hirochirac". De ultieme kritiek is even kort als duidelijk.
Een weldenkend mens moet hiertegen toch in opstand komen, zou je denken. De Franse militairen en een aantal politici en diplomaten hebben daar een andere mening over. Bovendien beslist in Frankrijk de president alleen over het hernemen( en het stopzetten ) van de kernproeven. Waarom Chirac uitgerekend de kernproeven uitkoos als eerste onderwerp om zich als president te profileren blijft een raadsel. Hij nam de beslissing om in Mururoa te testen " in het hoger belang van de natie"
Nogal wat mensen zijn van oordeel dat Chirac zich blind staart op het politieke idool uit zijn jonge jaren, generaal De Gaulle. De "force de frappe" is de hoeksteen van de gaullistische strategie. Frankrijk wil niet langer afhankelijk zijn van de Amerikaanse generaals. Het moet sterk genoeg zijn om zelf zijn belagers af te schrikken. Dien Bien Phu, waar het Franse legioen in de pan werd gehakt en de Algerijnse bevrijdingsoorlog liggen nog vers in het geheugen als in 1960 de eerste franse atoombom tot ontploffing wordt gebracht in de Sahara.
Ook de opvolgers van De Gaulle : Pompidou, Giscard d'Estaing en Mitterand gaan door met de kernproeven. Die hebben niet langer plaats in de Sahara maar in de Stille Zuidzee. Met protesterende actievoerders worden korte metten gemaakt. Mitterand kreeg finaal ongelijk toen hij aankondigde dat zijn opvolger het door hem aangekondigde moratorium niet zou kunnen tenietdoen.
Met kritiek vanuit Austalië
en Nieuw-Zeeland was in Parijs wel rekening gehouden. Dat de beslissing zoveel
spontane verontwaardiging zou oproepen in de rest van Europa was niet
ingekalkuleerd. De matte reactie van de Fransen viel daarbij nog het meest op.
Een echte verrassing is dat nochtans niet. De vredesbeweging heeft in Frankrijk
nooit veel voorgesteld.
Toen in de jaren tachtig in alle Europese hoofdsteden massale demonstraties
gehouden werden tegen de plaatsing van Amerikaanse kruisraketten, verweet men in
Parijs de pacifisten hun grenzeloze naïeviteit. Intussen blijft de Franse
president atoomwapens verdedigen met als enig argument het afschrikkend effect,
de zogenaamde ontrading. Voor milieuprotest blijft Chirac Oostindisch doof. Aan
ondergrondse nucleaire explosies zijn grote ecologische risico's verbonden. Door
de destabilisering van het vulkanisch gesteente kunnen aardverschuivingen
optreden. Mogelijk kunnen daarbij grote hoeveelheden radioaktief afval in zee
terechtkomen. In het politieke debat komen de mogelijke gevolgen voor het milieu
amper aan bod.
Dat Chirac het streven naar autonomie in Papeete aanwakkert wordt beschouwd als een onbelangrijk neveneffect. Andere gevolgen zouden wel eens veel diepgaander kunnen zijn. Wat sommige militairen willen is een batterij tests voor de ontwikkeling van de kleine atoombom, die ze ook echt willen gebruiken. Bovendien geeft Frankrijk aan China een prachtig alibi om verder te gaan met zijn kernproeven. Eén element ontbreekt nog in het scenario.
De Franse regering heeft 65 miljard Belgische frank vrijgemaakt voor de bouw van een superlaser in de Gironde. Hiermee kunnen atoomproeven gesimuleerd worden en kunnen de gevolgen van atoombommen in een laboratorium worden nagegaan. Maar ....het zal tot 2003 duren vooraleer hiervan nuttige informatie kan worden verwacht. De arrogantie van de Fransen, Chirac op kop, lijkt wel grenzeloos.
Als de militairen hun zin krijgen is hoe dan ook het argument van de afschrikking niet langer houdbaar. Ondanks de ontkenningen twijfelt niemand eraan dat de Franse legertop hoopt kleine kernwapens te ontwikkelen om ondermeer te gebruiken tegen het terrorisme. Als Frankrijk tegen het einde van de jaren negentig zowat duizend atoomkoppen zal hebben, heeft dat niets meer te maken met de wil om zich te verdedigen, maar met de wil om een grootmacht te zijn. De uitvinder van de "raison d'état " was niet voor niets een Fransman. Is Chirac dan echt ziende blind? Het heeft er alle schijn van. De Franse president schijnt te vergeten dat de wereld van vandaag niet meer vergelijkbaar is met die uit zijn jonge jaren. Al was het maar omdat de milieugevoeligheid zo sterk is toegenomen en omdat de wereldpolitiek na de val van de Berlijnse muur er nooit meer als voorheen kan uitzien. Het moeilijkst om te verteren, is wellicht dat Frankrijk geen supermacht is, maar een groter Westeuropees land. Dat was eigenlijk al zo onder De Gaulle. De wereld kijkt voorlopig lijdzaam toe hoe "Hirochirac" met Napoleontische arrogantie ecologische vandalenstreken uithaalt in de Stille Zuidzee.
OKTOBER 1995
PATRICK DE SMEDT
(HER)OPENING VREDESHUIS
25 AUGUSTUS 1990
Vooraf wil ik de
verantwoordelijken danken omdat ik hier vandaag de gelegenheid krijg om even
(er werd gevraagd) kort het woord tot de talrijk opgekomen aanwezigen te mogen
richten. Ik beschouw dit als een eer.
Naar aanleiding van
de verschillende initiatieven die het stadsbestuur op het vlak van vrede en
ontwikkeling in het afgelopen werkingsjaar nam (dikwijls in samenwerking met
het Vredeshuis of omgekeerd), kreeg ik vanuit mijn bevoegdheid meermaals de
gelegenheid om een aantal vredesideeën naar voor te brengen.
Steunend op het gedachtengevoel van de vredesbeweging stelde ik hierbij
steeds volgende stelling centraal : de pijlers waarop
een duurzame vrede moet rusten zijn het respect voor anderen (dus ook de
migranten) en de ontwikkeling (o.a. via ontwapening) van alle volkeren met
aandacht voor de economische, sociale en politieke mensenrechten.
Naar aanleiding van
de aangekondigde verhuis van het Vredeshuis stond ik een paar weken geleden nog
even stil bij de doelstellingen van het Vredeshuis. Even kwam bij mij de
gedachte op of de rol en vooral de zin van een dergelijk initiatief niet in de
verdrukking komt na Glasnost en Perestrojka, na het democratiseringsproces in
de Oostbloklanden, na het slopen van het ijzeren gordijn, na de ontwapeningsakkoorden,
en nu zelfs in Zuid-Afrika gesprekken tussen ANC en regering op gang komen.
Even was ik ervan overtuigd dat de vredesbeweging aardig op weg was om
eindelijk wat vruchten te plukken van de jarenlange inzet voor vrede en
ontwapening, voor vrede en ontwikkeling. Even zag het er naar uit dat de
wereldleiders eindelijk gingen inzien dat niet oorlog en geweld, maar overleg
en samenwerking het enige middel zijn om tot oplossingen te komen voor de grote
wereldproblemen.
Vandaag weten we
helaas beter.
Uitgerekend 45 jaar
na de bom op Hiroshima, uitgerekend vandaag bij de
heropening van het Vredeshuis, is de dreiging van een nieuw gewelddadig
wereldconflict zeer nabij.
De geschiedenis
herhaalt zich : een nieuwe, nu gemeenschappelijke
vijand werd gevonden in de persoon van één man die een gans volk kan winnen
voor de "heilige" oorlogsgedachte.
Als we bij deze recente ontwikkeling de vele andere kruitvaten in de wereld en
de schrijnende ongelijkheid tussen N en Z voegen, samen met het feit dat de
perestrojka nog een lange gevaarlijke weg vol valkuilen heeft af te leggen, dan
beseft men in de realiteit dat de wens van ieder redelijk mens om tot duurzame
wereldvrede te komen nog heel veraf ligt.
Bij een toespraak
naar aanleiding van een tentoonstelling in het Vredeshuis meen ik hierop reeds gezinspeeld te hebben. Ik zei toen dat er in
drieduizend jaar tijd zowat vijfduizend oorlogen waren die allen te maken
hadden met economische belangen en het feit dat het denken van de mens zo diep
geconditioneerd is door ras, nationaliteit, religie of ideologie en alles wat
mensen van mensen scheidt, dat de grootste dwaas die op één van deze elementen
daarop weet in te spelen een heel volk kan manipuleren.
De toespraak naar
aanleiding van de inplanting van de vredespaal opende ik met volgende uitspraak
van Einstein : "Wil de mensheid overleven dat moeten we onze oude
manier van denken grondig veranderen".
En hier ligt nog
steeds, vandaag nog meer dan vroeger, de grote opdracht voor het Vredeshuis :
mensen stimuleren om met elkaar vreedzaam om te gaan, om begrip en respect te
hebben voor mekaars mening en ieders overtuiging, om naar mekaar
te luisteren, om met mekaar te spreken, om met mekaar samen te werken. Dit is
het dwingende alternatief voor vijandigheid en wedijver, voor ongelijkheid en
onrechtvaardigheid, voor geweld en oorlog.
Het wordt hoog tijd
dat we inzien en beseffen dat we de oorzaak van oorlog en geweld ook in ons
eigen hart moeten zoeken en vinden.
Om aan deze
opdracht, laat het ons "Vredesopvoeding" noemen, dag dagelijks te
werken, blijft het Vredeshuis meer dan nodig, want zoals de bezieler van het
Vredeshuis Dr. Jef De Loof het zelf zegt : "Willen we niet ten onder gaan dan zijn we
verplicht met elkaar in goede verstandhouding te leven" want met de huidige
gesofisticeerde, nucleaire en chemische bewapening, zelfs overbewapening
betekent oorlog vroeg of laat de totale vernietiging.
Mijn waardering en
felicitaties aan het adres van alle medewerkers van het Vredeshuis en de
Wereldwinkel die nu ook in dit gebouw een onderkomen zal krijgen wil
overbrengen via een geschenk.
Het is een door
mijzelf gemaakte collage van postkaarten die ik vorige week ontving van Dr. Joso Moto een Japanse hoogleraar bij wie mijn broer tijdens
de afgelopen vakantie op bezoek was.
Het zijn beelden van de heropgebouwde stad Hirosjima,
waar zij samen op bezoek waren tijdens de herdenkingsdagen van wat op 6
augustus 1945 gebeurde.
Jef en de ganse ploeg medewerkers, ik wens
U nog een succesvolle werking toe. Daar waar het mogelijk is blijft het
stadsbestuur graag bereid tot medewerking.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
EEN KRAANVOGEL VOOR ELK
GEMEENTERAADSLID
30 MEI 1989
Geachte dames en
heren,
De U aangeboden
papieren kraanvogel is in Japan een gelukssymbool zoals ons klavertje vier. Hij
vertelt het verhaal van de twaalfjarige Sadako Sasaki die geloofde dat als ze
1 000 kraanvogels plooide, ze zou genezen. Toen ze er
645 geplooid had stierf ze aan de gevolgen van de bom op Hiroshima.
Sedertdien is de van papier geplooide
kraanvogel het symbool van de Hibakusha, de nog in
leven zijnde atoombom slachtoffers van Hiroshima en Nagasaki, die in Japan nog steeds moeten vechten voor
erkenning.
Naar aanleiding van
de ontvangst van de Hibakusha op het stadhuis, vorige
week dinsdag 23 mei, werden in het Vredeshuis 1 000
kraanvogels geplooid. De opbrengst van de verkoop bekostigde het verblijf van
de Japanse Vredesdelegatie.
De grootste eer die
wij aan de 4 Hibakusha-vrouwen kunnen betonen is
ongetwijfeld het feit dat zowel mevrouw de burgemeester als de collega mevrouw
Van Nieuwenborgh tot op heden, en ik hoop nog vaak
het ontvangen herinneringsgeschenkje "de halsketting met het goudkleurig kraanvogeltje" met overtuiging en goed
zichtbaar dragen. Waarvoor mijn dank.
Geachte collega's,
neem deze kraanvogel en zijn verhaal mee naar huis en vertel het aan uw
kinderen. Het symboliseert de hoop op een duurzame wereldvrede, die slechts kan
bereikt worden door de uitbanning van alle vormen van geweld of dreiging van
geweld en eerbiediging van de rechten van de mens, overal ter wereld.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
OFFICIËLE INHULDIGING VAN DE VREDESPAAL
27 OKTOBER 1989
Mevrouw de
burgemeester, collega's van het stadsbestuur, mijnheer de afgevaardigde van de
Japanse ambassade, dames en heren, jongens en meisjes, jeugd van Aalst,
"Wij zullen
onze manier van denken grondig moeten veranderen als de mensheid wil
overleven" zei Albert Einstein
in 1951.
Zijn woorden zijn
actueler dan ooit.
Het afremmen van de
wapenwedloop, het afsluiten van effectieve ontwapeningsakkoorden zijn zeer
belangrijke zaken. Voor de realisatie ervan moeten wij ons blijven inzetten.
Maar het is even belangrijk tot een mentaliteitsverandering te komen.
In zijn inleiding
bij de veertiendaagse van de Medische Vereniging ter Preventie van een
Atoomoorlog onder het motto "Respect voor de andere" heeft de Aalstenaar Dr. Jef De Loof het
over de mensheid die verscheurd wordt tussen de afkeer voor het zinloze geweld
van oorlogen en het onvermogen om samen te leven met mensen die anders zijn van
kleur, ras en cultuur.
We zouden kunnen
verwijzen naar blank en zwart in Zuid-Afrika, naar Joden en Palestijnen,
naar Slovenen en Albanezen, naar Tamils
en Senegalezen, naar Soennieten en Sjiieten, naar
Katholieken en Protestanten.
Dit om de stelling
kracht bij te zetten.
Ik denk dat wij van
dichterbij beter kunnen spreken van het onvermogen van vele Belgen om samen te
leven met gastarbeiders. In de praktijk kunnen wij de dingen niet zo
afstandelijk bekijken als we misschien wel graag zouden willen. Wij kunnen er
niet onderuit dat we in dit land behoren tot een bepaalde meerderheid, net zo
min als de persoon tegenover ons er onderuit kan dat hij of zij een vreemdeling
is. Je kan jezelf gelijk geven vanuit je eigen waarden
en cultuur en zeggen dat migranten zich volledig moeten integreren of anders
maar beter ophoepelen. Daarmee sta je dan in de rij van diegenen die denken in
stereotiepen, die weigeren de problemen van anderen als hun problemen te zien
en die zich het recht toeëigenen om bevooroordeeld te
praten over de anderen. Simplistische stellingen zijn altijd verleidelijk om
ingewikkelde situaties te vatten.
Als wij het dan
hebben over de ontwikkeling van een vredescultuur dan spreken wij over iets dat
opgebouwd wordt doorheen leerprocessen, vanuit reflectie op eigen handelen, als
individu, als groep, als gemeenschap. Vredescultuur is allerminst een abstract
begrip. Zij wordt gedetermineerd door ons dagelijks handelen. In de wijze
waarop wij bv. praten over en omgaan met migranten op
school, op straat en op het werk, maar ook in de wijze waarop wij reageren als
wij anderen horen praten over migranten.
In onze huidige
concrete Belgische en Vlaamse situaties is de dreigende politieke, economische
en sociale achterstelling van migranten de negatie van een vredescultuur.
Respect voor de
andere betekent ook respect voor de gehandicapte mens, de andersdenkende, de
marginale.
De tweede pijler waarop
vrede moet rusten is de ontwikkeling. Zij moet gebaseerd zijn op drie
belangrijke principes :
1. De
ontwikkeling moet rekening houden met de ecologische evenwichten.
De verstoring van het leefmilieu brengt ons gemeenschappelijk voortbestaan in
het gedrang ;
2. Ontwikkeling
kan alleen maar tot stand komen in een vreedzame, veilige en stabiele omgeving.
Zolang een belangrijk deel van de wereldbevolking zich in een toestand van
armoede blijft bevinden, zal dit op langere termijn leiden tot onhoudbare
spanningen.
3. Ontwikkeling
is tenslotte een noodzakelijke voorwaarde om onze
collectieve overleving veilig te stellen en daartoe moeten wij bereid zijn alle
andere culturen te erkennen. Dit betekent dat wij een wereld moeten maken
waarin we zelf verder kunnen ontwikkelen en anderen toelaten zich te
ontwikkelen overeenkomstig hun waarden en
mogelijkheden.
Wie zegt
ontwikkeling zegt ook mensenrechten. Wanneer in de media gesproken wordt over
schendingen van mensenrechten wordt meestal verwezen naar martelingen,
verdwijningen, willekeurige arrestaties, censuur, en zo meer. Men vergeet
daarbij dat er ook economische, sociale en culturele mensenrechten zijn. Het
recht op arbeid, het recht op een menswaardig inkomen, het recht op sociale
zekerheid, het recht op onderwijs en het recht op een goede gezondheidszorg.
Naast de
burgerrechten, de politieke rechten, de economische, sociale en culturele
rechten, komt stilaan meer aandacht voor een derde generatie mensenrechten
: de zogenaamde volkerenrechten. Het recht op zelfbeschikking, het recht
op eigen cultuuruitingen, het recht om mee te genieten van de rijkdommen van
aarde en zeebodem, het recht op een gezond leefmilieu, het recht op
ontwikkeling, het recht op vrede.
Intussen moeten in
België veel mensen van goede wil blijven vechten om onze bijdrage aan de
ontwikkelingslanden eindelijk op 0,7 % van ons Bruto Nationaal Product te
brengen, zoals reeds sedert vele jaren internationaal
is afgesproken en in het regeerakkoord bepaald.
In 1955 stichtte Masahisa Goi in Japan "The
Society of World Prayer"
met als enig doel de verspreiding over onze planeet van de boodschap "May peace prevail
on earth" als éénmakende kracht op deze aarde, vertrouwend op de
wetenschap dat wereldvrede begint in de harten en geesten van ieder menselijk
wezen.
Het Vredespaal-project verspreidde zich als een netwerk in meer
dan 70 landen over de hele wereld. Na Antwerpen, Brugge, Willebroek
en Kuurne is Aalst de vijfde Vlaamse gemeente met een
Vredespaal op haar grondgebied.
Er zijn in de wereld
monumenten die indrukwekkender zijn dan dit paaltje. Het is inderdaad niet
groot van afmetingen. Nochtans kunnen kleine dingen groot zijn door hun eenvoud
en de duidelijkheid van hun boodschap. "Moge vrede heersen op aarde" "May peace prevail on
earth"
"Sekai Jinrui ga heiwa de arimasu
yoo ni". Dezelfde boodschap staat op 60 000
verschillende plaatsen in de wereld. Even klein en eenvoudig. Straks zullen
dagelijks enkele duizenden scholieren aan deze plek voorbijgaan. Ik hoop dat
zij de boodschap zullen lezen, begrijpen en uitdragen. Want op wie anders dan
op de jeugd kan onze hoop gesteld zijn ? Jonge mensen
hebben zelf het vermogen om vijanddenken om te zetten in vredesdenken
en vredeshandelen. Dag aan dag. Zij kunnen helpen om
van deze Vredespaal in Aalst het symbool te maken van een universeel streven
naar vrede in een wereld waarin nog steeds mensen sterven aan de gevolgen van Hiroshima en Nagasaki ; in een wereld waarin nog steeds mensen gebukt gaan onder
oorlog, onderdrukking, uitbuiting en chaos. Hoopgevend is wellicht dat ondanks
guerrilla, terrorisme, hongersnood en ondervoeding in nog teveel streken van
onze planeet, grote volkeren zich willen ontdoen van het juk van onvrijheid,
economische uitbuiting en politiek tirannie.
Elk weldenkend mens
is blij met deze nieuwe lente en verwacht dat men alles in het werk zal stellen
om deze ontwikkeling voort te helpen. Een duurzame
wereldvrede zal ten slotte slechts bereikt kunnen worden door de uitbanning van
alle vormen van geweld of dreiging met geweld, overal ter wereld en veronderstelt ook rechtvaardigheid en eerbiediging van de
mensenrechten.
Dames en heren, het
stadsbestuur van Aalst wil mee het voortouw nemen van
het vredesbeleid in Vlaanderen. Uw aanwezigheid is voor mij, als schepen voor
Vredeszaken en Ontwikkelingssamenwerking, een aanmoediging om op de ingeslagen
weg voort te gaan. Zij is ook een ruggensteun voor de werken van het Aalsters Vredeshuis, dat onder impuls van Dr. Jef De Loof nooit de moed opgeeft, altijd opnieuw de vinger
op de wonde legt, een bewustzijnsverandering op gang brengt en een
vredesstrategie voert die erin bestaat de beleidsmakers voortdurend hun adem in
de nek te doen voelen.
Tot besluit nog dit.
Men moet geen futuroloog zijn om niet te zien dat zowel een overdreven
optimisme als te veel pessimisme hier op hun plaats zijn.
Ik denk dat een
realistische visie van de werkelijkheid zonder overdreven optimisme noch
defaitisme nog altijd de beste basis vormt om ooit een wereld te creëren waarin
vrede vanzelfsprekend zal geworden zijn. Tot die tijd zal deze obelisk ons
eraan herinneren dat vrede niet vanzelf komt, maar het resultaat is van hard
werk.
"Mogen vrede
heersen op aarde".
Ik dank U voor uw aandacht.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport,
Gezinszorg en
Ontwikkelingssamenwerking
ONTVANGST JAPANNERS
23 MEI 1989
Oorlog en geweld kenmerkt onze wereldgeschiedenis : familietwisten,
stammenstrijd, veldslagen, godsdienstoorlogen, wereldoorlogen, ...
6 augustus '45 : Hiroshima, 9 augustus '45 : Nagasaki ... een nieuwe, gelukkig tot op heden niet meer
gebruikte oorlogsmethode, werd aangewend : de atoombom.
Honderdduizenden
doden, zwaargewonden en zieken.
Nog steeds sterven
mensen aan de gevolgen ervan.
Nu 44 jaar later
bezitten de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie voldoende strategische
atoomwapens om één miljoen Hiroshima's of Nagasaki's aan te richten.
We leven op een
kruitvat, een kruitvat van tienduizenden atoombommen. Het huidige atoomarsenaal
maakt het eerst in de geschiedenis mogelijk dat de mensheid zichzelf meermaals
kan vernietigen.
Oog in oog met de
Japanse vredesdelegatie en vier Hibakusha's worden
verdrongen harde werkelijkheden weer levend en uitermate pijnlijk, vooral omdat
we er kennelijk weinig van hebben geleerd.
Nog steeds gaan
mensen gebukt onder oorlog, onderdrukking, uitbuiting, geweld en chaos. Er komt
geen einde aan. Dagelijks worden we er via de media mee geconfronteerd.
En toch is er hoop.
Na jaren van koude
oorlog, spanning en bewapening kwam eindelijk de dooi.
Het I.N.F.-akkoord verwijderde de
middellange afstandsraketten uit Europa en de Sovjet-Unie. Soortgelijke
onderhandelingen zijn nu ook gaande over chemische wapens, strategische wapens
en zelfs over de conventionele bewapening. De glasnost opende de weg naar een
nieuw historisch tijdperk dat hopelijk zal leiden tot het
dichter bij elkaar brengen van de verschillende machtsblokken en hun
verschillende maatschappijvisies om uiteindelijk te komen tot een duurzame
wereldvrede.
Deze kan slechts
bereikt worden door de uitbanning van alle vormen van geweld of dreiging met
geweld, overal ter wereld en veronderstelt ook
rechtvaardigheid en eerbiediging van de mensenrechten.
Meer en meer groeit
ook de samenwerking tussen volkeren in de strijd tegen de andere bedreigingen,
waaraan de mensheid bloot staat. Tegen de zure regen, de afbraak van de
ozonlaag, het broeikaseffect, de ontbossing en milieuverloedering.
Hoopgevend is
wellicht dat ondanks guerrilla, terrorisme, hongersnood en ondervoeding in nog
teveel streken van onze planeet, de grote volkeren zich willen ontdoen van het
juk van onvrijheid, economische exploitatie en politieke tirannie.
Elk weldenkend mens
is blij met deze nieuwe lente en verwacht dat men alles in het werk zal stellen
om deze ontwikkeling voort te helpen. Laat ons hopen
dat men op een bedachte en voorzichtige wijze de ingezette besprekingen afhandelt,
de aangekondigde begint en een planning opmaakt om te komen tot een betere en
veilige wereld met veel minder wapens en veel meer samenwerking.
Nochtans moeten we
waakzaam blijven, want midden de onderhandelingen hebben een aantal mensen, zij
die het voor het zeggen hebben, nog onlangs een plan opgesteld voor
herbewapening.
Opnieuw wil men
Europa met nieuwe kernwapens opzadelen. Opnieuw worden stokken in de wielen
gestoken die het oude wantrouwen terug aanwakkeren. Op 16 april jongstleden organiseerde de Vredesbeweging daarom de
spoedbetoging in Brussel onder het motto "neen aan de herbewapening".
Duidelijk, luid en massaal, met een opvallend grote deelname van delegaties van
de vredesbeweging uit de ons omringende landen.
Omdat de mens het
angstaanjagende vermogen heeft om als het ware naar eigen goeddunken gevoelloos
te worden, is een confrontatie met Hibakusha's van aangezicht tot aangezicht zo belangrijk.
Kunnen wij ons, in
hun aanwezigheid, eens het lijden voorstellen van één meisje, de twaalfjarige Sadako Sasaki die ondanks haar
geloof in het plooien van 1 000 kraanvogels, een
gelukssymbool zoals ons klavertje vier, toch moest sterven aan de gevolgen van
de bom op Hiroshima. Door dit van heel nabij mee te
voelen, moet het besef doordringen dat het ook ons en onze kinderen kan
gebeuren. De zending van de Japanse Vredesdelegatie en de
getuigenis afgelegd door de Hibakusha zullen er zeker
toe bijdragen dat onze onverschilligheid wordt doorbroken.
Uw aanwezigheid,
Japanse vrienden, is ook een ruggensteun voor de werken van het Aalsters Vredeshuis dat, onder impuls van Dr. Jef De Loof, nooit de moed opgeeft, altijd opnieuw de
vinger op de wonde legt, een bewustzijnsverandering op gang brengt en een
vredesstrategie voert die er in bestaat de beleidsmakers voortdurend hun hete
adem in de nek te doen voelen.
U, de Hibakusha's en de mensen van het Vredeshuis, verdienen
hiervoor de felicitaties van het Stadsbestuur en alle Aalstenaars.
Dames en heren, wij
zijn ervan overtuigd dat in de toekomst het Stadsbestuur vanuit zijn
gemeentelijke autonomie een belangrijke bijdrage moet leveren aan het proces
van vrede, zowel op wereldvlak als in de dagelijkse levenshouding van onze
burgers.
Door de nauwe
verwevenheid tussen "vrede" en "ontwikkeling" kunnen een
aantal initiatieven aansluiting vinden bij wat in Aalst al bestaat op het vlak
van derde wereldinitiatief. De aanstelling van een
schepen voor vredeszaken en het voorzien van financiële middelen zijn
betekenisvolle stappen in de goede richting.
Deze dagen werden in
Vlaanderen, ook in het Vredeshuis, 1 000 kraanvogels
geplooid en verkocht. Met meer dat gewone belangstelling kijken wij uit naar
het internationaal Hibakushatribunaal,
nu vrijdag 26 mei te 20 uur in het Cultureel Centrum van Strombeek-Bever.
Dit wordt een uniek gebeuren dat via de media zeker internationale weerklank
zal vinden.
Wij zijn ook blij U
te kunnen mededelen dat op het einde van de
Vredesweek, de officiële inhuldiging zal plaatsvinden van een Japanse
Vredespaal, in Aalst. In overleg met het Vredeshuis werd gezocht naar een
geschikte inplantingsplaats. De nabijheid van de
vrijheidsboom op het Esplanadeplein is een
mogelijkheid.
Op die manier willen
wij meewerken aan de Vredesbeweging in Aalst, stap voor stap, dag aan dag, jaar
na jaar ; indachtig de woorden van Dr. Bernard Lown, voorzitter van de
International Physicians for
the Prevention of Nuclear War : "Als je aan de rand van een afgrond staat,
betekent vooruitgang niet een stap voorwaarts, maar stoppen en dan teruggaan".
"MOGE VREDE
HEERSEN OP AARDE"
"MAY PEACE PREVAIL ON EARTH"
"SEKAI JINRUI
GA HEIWA DE ARIMASU YOO NI"
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg
STARTAVOND 11.11.11.-ACTIE
21 OKTOBER 1989
Dames en heren,
De 11.11.11.-actie is een begrip in Vlaanderen, voor jong en oud. Het
begin van de nieuwe bestuursperiode in Aalst is wellicht een goeie
gelegenheid om nog even terug te gaan in de tijd om te zien hoe het allemaal
begonnen is.
In 1965 nam een
groep van studenten-, ontwikkelingswerkers-, projectenhulp- en
vluchtelingenorganisaties het initiatief voor de campagne S.O.S. Honger. Geholpen door een aantal jeugdorganisaties kwam er een overkoepeling
van de verschillende strekkingen in de vorm van een permanent secretariaat van
waaruit de actie werd gecoördineerd. Zo ontstond het Nationaal Centrum
voor Ontwikkelingssamenwerking, beter gekend als het N.C.O.S.
Vanaf 1966 vatte men
het plan op om de campagne jaarlijks te herhalen. Meteen was de 11.11.11.-actie geboren. Die naam werd gekozen omdat de elfde van de
elfde maand om 11 uur in België jaarlijks de plechtigheid plaats heeft ter
herdenking van de Wapenstilstand aan het einde van de eerste wereldoorlog.
Precies op dat moment trokken alle medewerkers van de actie voor één uur de
straat op om geld in te zamelen voor de Derde Wereld. Door deze symbolische
daad werd voor hen "ontwikkeling" synoniem voor "vrede".
Het N.C.O.S. zelf werd een V.Z.W. die
volledig autonoom werkt en dus niet ressorteert onder
één of ander ministerie of politieke zuil. Het N.C.O.S.
is een pluralistisch centrum waar de werkzaamheden van alle organisaties die
zich inzetten voor ontwikkelingssamenwerking gebundeld en gecoördineerd worden.
Bij het centrum kan elke organisatie, zelfs ieder individu, een project
aanbrengen. Van elk project bestaat een technische steekkaart met gegevens over
het land, de ligging, de uitwerkingsmiddelen, de begroting, het te bereiken
doel, de looptijd van het project, enzovoorts. Zo weet men
precies waar en hoe het opgehaalde geld zal worden aangewend. Bovendien
volgen medewerkers van het N.C.O.S. een aantal
projecten ter plaatse en sturen foto's, documenten, dia's, film, enz ... naar
het thuisfront zodat ook hier een betere opvolging mogelijk wordt.
Dat de 11.11.11.-actie in de loop der jaren steeds verder is gegroeid
bewijzen de cijfers. Waar in 1967 toch reeds 28
miljoen werd opgehaald was dat in 1988 voor het geheel van de Vlaamse
Gemeenschap 149.528.497 fr. Hiervan
brachten de gemeentelijke acties ongeveer 94 miljoen bij elkaar. De provincie
Antwerpen scoorde het hoogst met 25 miljoen, gevolgd door Oost-Vlaanderen met
22 miljoen. In onze provincie vinden we Aalst, na Gent en vóór Sint-Niklaas, op een mooie tweede plaats met 1.527.723 fr.
goed voor een toelage van de provincie van 423.000 fr. De beschikbare cijfers laten niet toe
de privé-giften te ventileren naar de verschillende
steden en gemeenten d.w.z. dat het globaal resultaat voor Aalst in feite nog
dient vermeerderd te worden.
Onder impuls van Eddie Monsieur, toenmalige schepen, en dank zij de inzet
van de jeugddienst en honderden vrijwilligers, coördineert het Aalsters Stadsbestuur sedert 1977
de 11.11.11.-actie. Na een wat aarzelende start kunnen we stellen dat vanaf
1980 alle Groot-Aalsterse deelgemeenten volop
meewerken aan de actie.
Het is dan ook
bijzonder verheugend vast te stellen dat sedert 1980
het eindresultaat praktisch vervijfvoudigd is. Er moet in dit verband zeker ook
gewezen worden op de verdiensten van het 11.11.11.-comité,
sinds 1984 omgevormd tot de "Stuurgroep Aalst voor de Derde Wereld",
met de bedoeling om naast de organisatie van de geldinzameling ook het
stadsbestuur permanent te adviseren en de Aalsterse
bevolking te informeren en te sensibiliseren in verband met de grote problemen
in de Derde Wereld. Ook de informatieve en politieke actie werd mettertijd meer en meer in de belangstelling gebracht.
Door deze Stuurgroep werden o.l.v. de heer Blendeman,
voor de actie 1989 twee projecten weerhouden.
Het eerste project
werd ook reeds in 1988 gesteund. Het betreft de
versterking van de basis- en gezondheidszorg voor alle lagen van de bevolking
in Zimbabwe waaraan ook de Aalsterse arts Dr. Luc Bleyen zijn medewerking verleent.
Het tweede project
wordt opgezet in Mexico onder de leiding van Hilaire Lambrecht uit Herdersem, met een
programma van familiale ontwikkeling en veeteelt. Deze avond krijgt U nog de
gelegenheid om uitvoeriger ingelicht te worden over deze projecten.
De praktische
organisatie van de komende 11.11.11.-actie is opnieuw
een gigantische onderneming. De belangrijkste activiteit is nog steeds de grote
geldinzamelingsactie. Op 3, 4 en 5 november worden de informatiebrieven "gebust" en op 10, 11 en 12 november met de gekende
inzamelbussen weer opgehaald en naar het Stadhuis gebracht voor de telling. Als
voornaamste nevenactiviteiten vernoemen wij hier graag de taartenverkoop onder
het stadspersoneel en op 11 november zelf is er nog de tombola met prachtige
prijzen en zullen op de Jaarmarkt, ik hoop veel gemeenteraadsleden stickers en
wenskaarten verkopen. Deze zullen ook te koop worden aangeboden na de zondagmis
en bij de ingang van het Pierre Cornelisstadion,
want Eendracht Aalst speelt op 11 november thuis.
Ten slotte, maar dit
zou ons te ver leiden, zijn er nog de activiteiten van bepaalde mensen, groepen
of verenigingen die op eigen initiatief iets doen ter ondersteuning van de
actie. Ik denk daarbij o.a. aan autowassen, soepverkoop, hongermaal,
enzovoorts.
Dames en heren, uw
aanwezigheid op deze startavond en de veelheid van geplande activiteiten
leveren het bewijs van uw solidariteit met de actie en de Derde Wereld. U kunt
uw positieve ingesteldheid hier nu reeds omzetten in
daadwerkelijke steun. Er worden steunkaarten aangeboden en er is een tombola.
Graag wijs ik ook op de mogelijkheid om te proeven van de speciaal voor deze
gelegenheid en ook ten bate van de actie klaargemaakte exotische versnaperingen.
Geachte toehoorders,
wij hebben in Aalst het resultaat van de 11.11.11.-actie
van jaar tot jaar verbeterd. Dit is, ik kan er niet genoeg de nadruk op leggen,
te danken aan enkelingen die zich in hun stad of gemeente ten volle inzetten.
Als wij zien wat bijvoorbeeld mogelijk is in Meldert,
dan is daar het besef dat wij nog veel meer en beter kunnen. Ideaal
zou zijn dat in elke deelgemeente zou kunnen samengewerkt worden met een
kerncomité van enkele enthousiaste mensen. Dit doet niets af aan de
verdienste van enkelingen die zichzelf gedurende maanden wegcijferen voor het gezamenlijk doel, maar die, als ze door omstandigheden
moeten afhaken, niet meer afgelost worden.
Dat in bepaalde
gemeenten ook politieke overwegingen ten grondslag zouden liggen aan de mate
waarin men zich inzet voor de 11.11.11.-actie is in
1989 gelukkig meer uitzondering dan regel. Bovendien zijn er voldoende
lichtpunten die toekomstgericht een optimistische visie rechtvaardigen. Er is
de verhoging van het stedelijk budget voor Vrede en
Ontwikkelingssamenwerking, voor het eerst zullen de plaatselijke
ontwikkelingsorganisaties substantieel betoelaagd worden, de werkingskredieten
van de nu erkende stedelijke dienst werden verhoogd en 1 fr. per inwoner werd
ingeschreven in de begroting voor rechtstreekse noodhulp.
Er is de uitbreiding
van de bevoegdheid van de stuurgroep met vredeszaken
en mensenrechten, de uitreiking van de Vredesprijs aan onze medewerkster Marcia De Neve en de goede
verstandhouding met het Vredeshuis die onder meer geleid heeft tot de officiële
inhuldiging van de Vredespaal op vrijdag 27 oktober op het Esplandeplein.
Dit alles onder het motto : "Geen ontwikkeling zonder vrede, geen vrede
zonder ontwikkeling"'.
PATRICK DE SMEDT
Schepen van Jeugd,
Sport en Gezinszorg