Openingsreceptie Pastoor Lauwereysstraat – 27 mei 2008 – 18u30

 

 

Vooraf moet ik de schepen van Huisvesting Ann Van de Steen verontschuldigen. Hoe graag ze hier vandaag ook zou aanwezig zijn, door andere verplichtingen was dit voor haar onmogelijk.

De bevoegde schepen vroeg mij dan ook in haar plaats hier vanavond even het woord tot jullie te richten.

Mijn betrokkenheid bij de sociale huisvesting en het welzijn van de Aalstenaars ligt mij als OCMW voorzitter en schepen van Welzijn nauw aan het hart. Het project hier in de Pastoor Lauwereysstraat werd trouwens  tijdens de vorige legislatuur opgestart in de periode dat ikzelf nog bevoegd was voor huisvesting.

 

Het nieuwe sociale wooncomplex hier in de Pastoor Lauwereysstraat is er gekomen dank zij publiek private samenwerking.

PPS, zoals men dat afgekort noemt,is een samenwerkingsformule tussen de publieke overheid en private partners. Concreet gaat het hier over een samenwerking tussen de stad en de firma’s Van Roey en Fortis gebundeld in de nv SOWO.

 

Deze private investeerder blijft gedurende 27 jaar eigenaar en de stad staat, als sociale verhuurder, in voor de verhuring ervan. Voor de sociale huurder verandert er evenwel niets. De sociale huurprijs wordt berekend volgens de geldende formules op basis van het inkomen, en wordt maandelijks betaald aan de stad.

 

Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om dit pilootproject opgestart te krijgen en tot een goed einde te brengen. Dit heeft te maken met deze nieuwe formule voor de bouw en de financiering van de sociale woningen. De bedoeling van deze PPS-formule was snel extra sociale woningen bouwen bovenop de normale bouwprogramma’s. De Vlaamse overheid garandeert in dit verhaal een sluitende financiering door het verschil tussen de sociale huur en de markthuur bij te passen.

 

 

 

 

 

Een echte succesformule is PPS evenwel (nog) niet. Er bestaat in Vlaanderen nog heel wat koudwatervrees.

Van de oorspronkelijk beloofde 1.000 sociale woningen kwam er eerst een afzwakking tot 450 en nadien zelfs een vermindering tot nog slechts 160 woningen (waaronder gelukkig deze in de P. Lauwereysstraat).

Er bleek en blijkt nog steeds te weinig inversteringsinteresse vanuit de private sector.

 

Het gigantisch huisvestingsprobleem in Vlaanderen oplossen met deze PPS-formule, voor mensen die leven in een minder gunstige financiële situatie, zal dus nog niet voor morgen zijn.

 

Maar vandaag zijn we hier bij elkaar om feest te vieren.

Een beetje historiek interesseert u misschien ook wel?

 

Weet u, de Pastoor Lauwereysstraat werd op 22 mei 1952 geopend en genoemd naar de eerste pastoor van de Onze-Lieve-Vrouwparochie, Stanislas Lauwereys. In de volksmond is de straat ook gekend als de “Manke Pasterstraat” omdat deze pastoor gehandicapt was.

De bevolking in deze buurt bestond uit kleine boeren, hoveniers en fabrieksarbeiders die in grote armoede en schrijnende omstandigheden leefden.

 

In de zware economische crisis na WO I was er een enorme woningnood. Men stichtte de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en vanuit dit initiatief werden er houten barakken gebouwd die als noodwoning dienst deden. Deze huisjes waren bestemd voor arme en bejaarde echtparen.

 

Na de vernielingen van WO II werden de houten barakken door het stadsbestuur omvergetrokken en in brand gestoken. Hierdoor kwam er ruimte vrij voor het bouwen van 24 nieuwe stadswoningen bedoeld voor  gezinnen die na de tweede wereldoorlog hun huisvesting ten gevolge van bombardementen waren kwijtgeraakt.


 

Ondertussen drong zich een paar jaar geleden opnieuw een grondige renovatie op maar op basis van de slechte bouwfysische toestand van de woningen werd beslist beter de 24 stadswoningen te slopen én te vervangen door nieuwbouw.

De 24 nieuwe sociale woningen (goed voor circa 1,7 miljoen Euro of 68 miljoen BEF) konden ondertussen sinds 1 maart 2008 opnieuw verhuurd worden met toepassing van het nieuwe kaderbesluit sociale huur van 12 oktober 2007.

 

De vroegere bewoners kregen hierbij de gelegenheid om, indien ze dit nog wensten, terug te keren naar hun vroegere woning. Slechts 2 van de vroegere bewoners keerden terug. Ik vernoem ze even graag: Madeleine De Vos en Carolina Beeckman.

 

De nieuwe voorwaarden van het kaderbesluit brengen met zich mee dat om  deze woningen te kunnen huren de huidige bewoners nu oa. gevraagd wordt Nederlands te kennen of aan te leren. Dit komt zeker het goede buurschap ten goede.

Vandaar ook dat wij welbewust deze openingsreceptie vandaag organiseren, op de Europese dag van de buren.

 

Want “Goede buren respecteren elkaar”

 

Ik las vandaag in de krant een getuigenis van iemand over zijn  zeer goede buren. Voor hem zijn goede buren de mensen in de straat die je graag groet en goede dag zegt en waarvan je kan verwachten dat, in geval van nood, spontane hulp wordt aangeboden. Het zijn mensen die respect hebben voor elkaar, nodeloos lawaai vermijden. Deze buren proberen elk jaar op deze dag een bijeenkomst te organiseren om elkaar en de kinderen beter te leren kennen.

Buren, in Aalst zeggen we “de geburen”, zijn een verwaarloosd en vergeten onderdeel van onze cultuur. Daarom ondersteunt het stadsbestuur dit initiatief van de Woonwinkel om jullie hier vandaag op de dag van de buren samen te brengen met de boodschap in goed buurschap in deze straat te willen en kunnen  wonen.


 

Tot slot hou ik eraan - ook namens mijn collega’s - iedereen te danken die op één of andere wijze heeft bijgedragen tot deze realisatie.

Minister Keulen bevoegd voor huisvesting, het vorige en huidige stadsbestuur, de nv SOWO en aannemer Van Roey, de direct betrokken stadsambtenaren: Alain Van Geem, Linda Troch, Hilde Eylenbosch, Ann Renneboog, alle medewerkers van de woonwinkel en … niet in het minst de vroegere bewoners.

 

De huidige bewoners feliciteer ik graag met hun nieuwe woonst met de nadrukkelijke vraag er goed zorg voor te dragen

 

Patrick De Smedt

OCMW-voorzitter

Schepen van Welzijnsbeleid,

Sociale Zaken en Gezin