STADSBROCHURE

 

1989 : JEUGD, SPORT EN GEZINSZORG

1990 : VREDE EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

1991 : WELZIJN EN GEZIN

1992 : OPENBARE WERKEN EN PATRIMONIUM

1993 : OPENBARE WERKEN EN PATRIMONIUM

1994 : VAN "AALST BOUWWERF '94" NAAR "RIOLERINGSBELEID 2001"

1995 : HUISVESTING : AANDACHT VOOR KWANTITEIT EN KWALITEIT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

STADSBROCHURE 1989

 

 

JEUGD, SPORT EN GEZINSZORG

 

 

Het is belangrijk te weten dat de schepen van Jeugd, Sport en Gezinszorg ook bevoegd is voor Vrije Tijd, Werklozenwerking, Vredeszaken en Ontwikkelingssamenwerking. Hierbij moet onderstreept worden dat de bevoegdheid voor Vredeszaken voor het eerst in Aalst officieel werd toegewezen aan een lid van het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Alle genoemde materies vormen samen het beleidsdomein van de bevoegde schepen. Nu zijn er weinig begrippen die zoveel gebruikt en misbruikt worden als het begrip "beleid". Maar wat is dat "beleid" ?

 

Wij hebben gekozen voor een minder gespecialiseerde, maar ons inziens, goed bevattelijke omschrijving. Het beleid geeft antwoord op de vragen : "Waartoe?" - "Waarmee?" - "Hoe?". Het beleid omvat het bepalen van doelstellingen, de keuze van middelen en de wijze van inzetten van die middelen in de tijd, om het vooropgestelde doel te bereiken. Beleidsontwikkeling is eerst planning, dan beslissing en tenslotte evaluatie.

 

De geleidelijke overgang van intenties naar realisaties begint bij het nauwkeurig in kaart brengen van bestaande situaties. Dat is wat in de eerste maanden van de nieuwe legislatuur dient te gebeuren. Dat is ook waar wij tot nu toe aan gewerkt hebben.

 

Vanuit deze theoretische visie en vertrekkend van een goed inzicht in de bestaande toestand, moet men zich voor elk van de onderscheiden deelgebieden Jeugd, Sport, Gezinszorg, Vrije Tijd, Werklozenwerking, Vredeszaken en Ontwikkelingssamenwer­king, een bepaald doel voor ogen stellen op korte, middenlange en lange termijn. De grondgedachte of het persoonlijk accent dat ik hierbij zou willen inbrengen is de vernieuwing. Het is nu al duidelijk dat op tal van punten vernieuwing mogelijk en zelfs noodzakelijk is. Vernieuwing in de zin van nieuwe realisaties, maar ook vernieuwing in de zin van verjonging van vastgelopen structuren en beleidsniveaus.

De welzijnszorg is per definitie dynamisch en arbeidsintensief. Dit dynamisme ziet men vooral bij de meer dan 400 verenigingen die bij dit departement aanleunen. Wanneer de communicatie met deze verenigingen goed is, dan is bij wijze van spreken het halve werk gedaan. Een voor de hand liggend voorbeeld in dit verband is het opstarten van de nieuwe Jeugdraad.

Met de deskundige hulp van een neutrale waarnemer (Jeugddienst voor Maatschappelijke Participatie) werd met de jeugdverenigingen een dialoog op gang gebracht die zijn beslag kreeg in een ontwerp van nieuwe statuten voor een gedepolitiseerde Jeugdraad. Dit wil enerzijds zeggen dat de samenstelling van de Algemene Vergadering en het Bestuur niet op partijpolitieke basis kon gebeuren : dit is een kwestie van structuur. Anderzijds betekent dit ook dat het functioneren van de Jeugdraad niet telkens in een partijpolitieke sfeer gesteld zou worden : dit is een kwestie van mentaliteit. Het was dan ook essentieel dat met een nieuwe generatie van jonge mensen, ook individuele jongeren, op een nieuwe vertrouwensbasis kon gestart worden. Er was daarom nood aan een duidelijke structuur die ook dynamiek mogelijk zou maken.

 

 

 

 

 

Ook op andere vlakken zijn wij bezig te werken aan vernieuwing. Zo ging onze aandacht naar het vernieuwen van de vakantiespeelpleinwerking met de nadruk op het kwalitatief aspect evenals naar de uitbreiding ervan door de invoering van de zogenaamde Grabbelpas naar 14 tot 16-jarigen ; naar de voorbereiding van concrete realisaties in verband met Vredesbeleid gekoppeld aan de verhoging van de financiële middelen voor Ontwikkelingssamenwerking ; naar de realisatie van een project van kinderopvang voor onthaalgezinnen ; naar het optimaliseren van initiatieven die kaderen in de Sportmaand, de herziening van de formule 10.000 jaar Sport, de studie van de bijkomende recreatieve mogelijkheden van het zwembad o.a. in functie van de aanleg van de omgeving ; het opteren voor een ander concept van de organisatie van beurzen teneinde overlapping en versnippering tegen te gaan. We denken hierbij aan de organisatie van een Lentebeurs waarbij o.a. de aspecten jeugd, cultuur, vrije tijd, toerisme, sport, alsook de hiermee verbonden welzijnszorg in een goed gekozen thema samen aan bod komen.

Vanzelfsprekend is deze opsomming onvolledig. Behalve deze enkele voorbeelden kan deze bijdrage om evidente redenen niet anders dan in algemene bewoordingen gesteld worden. In de afzonderlijke bijdragen van de volgende jaren zal elk van de deelgebieden meer uitgebreid aan bod komen, naarmate zich concrete realisaties aandienen.

 

Eén ding is zeker. Ik zal mij de komende jaren, met uw steun, voor de volle honderd percent inzetten in dienst van onze stad en bevolking.

 

 

 

STADSBROCHURE 1990

 

 

VREDE EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

 

 

De gemeenten kunnen een belangrijke bijdrage leveren tot het proces van vrede en ontspanning. Het behoort tot de gemeentelijke autonomie om op dit terrein initiatieven te nemen en tot hun bevoegdheid om zorg te dragen voor het gemeentelijk belang. Zij die beweren dat deze problematiek niet tot de gemeentelijke materies behoort vergissen zich. Het mooiste bewijs dat de gemeente op dit vlak wel haar verantwoordelijkheid kan opnemen werd in 1982 geleverd, toen meer dan tweehonderd gemeenten waaronder Aalst, een motie tegen kernwapens goedkeurden.

Dat een gemeente zich met internationale problemen kan inlaten wordt nog duidelijker geïllustreerd door de vooruitgang die de laatste jaren op het vlak van de gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking werd geboekt, mede onder impuls van het Nationaal Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking. Veel Vlaamse gemeenten hebben een adviesraad, schrijven er een budget over uit, werken actief mee aan de 11.11.11-actie enz. Vanuit de nauwe verwevenheid tussen "vrede" en "ontwikkeling" kunnen een aantal initiatieven dan ook aansluiting vinden bij wat er in de gemeente al bestaat op het vlak van derde wereld-problematiek. Ontwikkeling is een noodzakelijke voorwaarde om onze collectieve overleving veilig te stellen en daartoe moeten wij bereid zijn alle andere culturen te erkennen. Dit betekent dat wij een wereld moeten maken waarin we zelf verder kunnen ontwikkelen en andere toelaten zich te ontwikkelen overeenkomstig hun waarden en mogelijkheden.

Wie zegt ontwikkeling zegt ook mensenrechten. Naast de burgerrechten, de politieke rechten, de economische, sociale en culturele rechten, komt stilaan meer aandacht voor een derde generatie mensenrechten : de zogenaamde volkerenrechten. Het recht op zelfbeschikking, het recht op eigen cultuuruitingen, het recht om mee te genieten van de natuurlijke rijkdommen, het recht op een gezond leefmilieu, het recht op ontwikkeling, het recht op vrede.

Van alle overheden staat de gemeentelijke overheid het dichtst bij de bevolking. Dat geeft haar een aantal mogelijkheden, en zelfs een geprivilegieerde positie.

 

-  De gemeente is goed geplaatst om een samenwerkingsverband aan te gaan met diegenen die zich voor vrede en ontwikkeling inzetten.

 

initiatieven 1989

 

23 januari                           Uitbreiding van de bevoegdheid van de Schepen van Jeugd, Sport en Gezinszorg met "Vrede en Ontwikkelingssamenwerking"

13 februari                         Uitbreiding van het werkterrein van het adviesorgaan "Stuurgroep Aalst voor de Derde Wereld" met Vredeszaken en mensenrechten

28 maart                            Verhoging van de budgetten voor Ontwikkelingssamenwerking en vrede

23 mei                               Ontvangst op het stadhuis van een delegatie Hibakusha of atoomslachtoffers van Hiroshima en Nagasaki

27 mei                               Schenking aan het stadsbestuur van een mozaïek van Hugo Heyrman door C.S.C. De Rank, als vredestapijt ingemetseld in de Grote Markt

13 tot 27 oktober                Veertiendaagse "Respect voor de andere" van het Vredeshuis. In samenwerking met het stadsbestuur werd een lessenpakket ter beschikking gesteld van alle scholen in en rond Aalst

27 oktober                         Officiële inhuldiging van de Vredespaal op het Esplanadeplein

11 november                       11.11.11-actie

november                           Medewerking aan de Unicef-conventiecampagne voor de rechten van het kind

december                           Eindejaarsactie wenskaarten Unicef

                                        Hulpactie voor Roemenië

 

                                        -      Zij kan met deze mensen en groepen overleg plegen en hen op verschillende vlakken steun verlenen.

-  Zij beschikt over de nodige instrumenten en kanalen om de bevolking te informeren en sensibiliseren.

-  De gemeentelijke overheid kan ertoe bijdragen dat er in de scholen meer aandacht komt voor vredesonderwijs en -opvoeding.

-  In onze huidige concrete Belgische en Vlaamse situatie is de dreigende politieke, economische en sociale achterstelling van migranten de negatie van een vredescultuur. Vredescultuur is allerminst een abstract begrip ; het toont zich in de wijze waarop wij als individu's, groep en gemeenschap praten en omgaan met migranten. Ook hiertoe kan de gemeente een positieve bijdrage leveren.

-  De bibliotheek en het cultureel centrum kunnen als gemeenschapsvoorzieningen een stimulerende invloed hebben op de belangstelling voor vrede en ontwikkeling door middel van tentoonstellingen, voordrachten, vorming, enz.

-  De gemeente is wellicht ook het geschikte forum om positieve (eerder dan repressieve) acties mee te plannen en te ondernemen tegen geweld en vandalisme op haar grondgebied.

-  De gemeente heeft ook de opdracht om informatie te verschaffen over het statuut van gewetensbezwaarden in het kader van de administratieve afwikkeling van de militie-verplichting.

-  Door het onderhouden van internationale contacten kan de gemeente een rol spelen in de Oost-West en Noord-Zuid relaties.

 

Dit alles kan stevig onderbouwd worden en een permanent karakter krijgen als de gemeente voorziet in de nodige beleidsinstrumenten : een Schepen van Vredeszaken, een post op de begroting, een beleidsnota, een adviesraad, e.d.m. Ieder van deze beleidsinstrumenten is in Aalst gerealiseerd.

Met de onthulling van een vredesmonument op het Esplanadeplein en een bijzonder geslaagde 11.11.11-actie werd het werkingsjaar '89 succesvol afgerond. In de eerstvolgende jaren zal het Vredesbeleid in Aalst verder gestalte krijgen en daardoor als sector van het gemeentebestuur volwaardig aan bod komen.

 

 

 

 

 

 

 


STADSBROCHURE 1991

 

 

WELZIJN EN GEZIN

 

 

Kansarmoede is zowat het centrale begrip geworden van het welzijnsbeleid in de jaren '80. In deze snel evoluerende en in veel opzichten boeiende tijd heeft iedereen spijtig genoeg geen gelijke kansen om van de talrijke nieuwe mogelijkheden te genieten.

Heel wat signalen wijzen erop dat we met z'n allen een levenswijze gecreëerd hebben waarin massa's mensen zich om diverse redenen niet goed voelen. Velen verkeren in psychische nood. Anderen geraken hopeloos achterop of worden veroordeeld tot kansarmoede.

Het stadsbestuur kan het grote aantal "welzijnsrisico's" niet alleen oplossen. Met het OCMW en de privaat welzijnsorganismen wordt nauw samengewerkt om op basis van het welzijnsmeerjarenplan samen naar middelen te zoeken om de zwaksten onder ons vooruit te helpen. De opdracht van de stedelijke gezinsdienst werd in deze zin dan ook verruimd naar het aspect welzijn in het algemeen.

 

De basis voor een later psychisch welzijn en relatiebekwaamheid is een goede opvoeding van onze kinderen. Daarom wordt de grootste aandacht gegeven aan de kwaliteitsverbetering van onze diverse kinderopvangmogelijkheden o.a. door bijscholing van de begeleiders, permanente informatieverstrekking en de uitbouw van de speel-o-theek. Wat de kwantiteit betreft is het zo dat, ondanks de bekomen capaciteitsuitbreiding in onze grote kribbe "Oogappel" en de omvorming van de peutertuin naar minikribbe "Duimelot", de vraag naar kinderopvang het aanbod blijft overtreffen. Met het opstarten van een nieuwe dienst voor opvanggezinnen proberen wij hieraan te verhelpen. Ook het herschikken van de vakantiespeelpleinen en het opstarten van voor- en naschoolse opvang van lagere schoolkinderen moeten hierbij helpen.

 

Op het gebied van de sociale huisvesting werden aanzienlijke inspanningen geleverd. Een uitgebreide enquête naar de woonkwaliteit en -tevredenheid ging aan de erkenning van het woongebied in Aalst vooraf. Naast de sanering van de stadswoningen via bijkomende subsidiëring, kunnen nu ook mensen die het niet breed hebben, dankzij de wervingspremie, in bepaalde stadswijken gemakkelijker een eigen woning aankopen. Voor de sociale huisvestingsmaatschappijen en privé-bouwpromotors biedt de Vlaamse gemeenschap in deze gebieden de mogelijkheid om via alternatieve financiering sociale woningen te bouwen.

Ondertussen werd ook de belasting op de leegstand en verkrotting ingevoerd, leidde het overleg met het OCMW tot de oprichting van een sociaal verhuurkantoor, werd het nomadenterrein aangelegd en wordt een reglement van kamerwonen voorbereid.

 

Onze aandacht voor de laaggeschoolden resulteerde in de versterkte werklozenwer­king, de oprichting van een onthaaldienst in het stadhuis en de deelname aan de oprichting van het Aalsters Centrum voor Basiseducatie. Ook ons inspelen op de Weerwerkactie van de VDAB biedt bijkomende kansen voor de langdurige werklozen.

 

Welzijn is tenslotte onze collectieve verantwoordelijkheid. Een resem maatschappelijke problemen schreeuwen om aandacht : armoede, woningnood, werkloosheid, relatieproblemen, kindermishandeling, stress, vereenzaming, verslaving, zelfdoding, spijbelen, jeugd-delinquentie ... Achter oppervlakkigheid, materialisme en egoïsme gaat er onnoemelijk veel menselijk leed schuil. Via campagnes en informatie helpt het stadsbestuur waar het kan en wordt ook preventief opgetreden waar dat mogelijk is. De actie "Schoolkid(t)s" was hiertoe een eerste poging.

 

Laten we ons samen verder inzetten voor de zwaksten in onze maatschappij. Aan problemen of discussiestof zullen we alleszins geen tekort hebben. Zoveel is zeker.

 

 

 

 

 

 

 

 

 


STADSBROCHURE 1992

 

 

 

 

 

OPENBARE WERKEN EN PATRIMONIUM

 

 

Op 24 september 1991 volgde ik Edgard Hooghuys op als Schepen van Openbare Werken en Patrimonium. Hoewel ik mijn vroeger departement met spijt heb verlaten, is dit voor mij een nieuwe uitdaging.

 

Om tot een efficiëntere dienstverlening te komen zal de komende 3 jaar veel aandacht gaan naar het verbeteren van de interne organisatie van de dienst uitvoering. Daarnaast zal planmatig verder gewerkt worden aan de reeds op gang gebrachte initiatieven en zullen weloverwogen een aantal nieuwe initiatieven genomen worden. Sedert vele jaren hypothekeert de precaire financiële toestand echter het investeringsbeleid. De investeringsuitgaven, zijn t.o.v. 10 jaar geleden met ongeveer de helft verminderd. In vergelijking met de andere centrumsteden investeert Aalst relatief weinig. Het investeringspakket is dan ook ontoereikend t.o.v. de grote noden en wensen : denken we maar even aan de vele dringende verbeteringswerken aan wegen, voetpaden en rioleringen, de slechte staat van heel wat stadsgebouwen, de noodzakelijke restauratie van geklasseerde of waardevolle gebouwen en monumenten, de voortschrijdende veroudering van ons materieel- en wagenpark, de grote woningnood in Aalst, het tekort aan sportinfrastructuur, enz.

 

In functie van de aanleg van nieuwe wegen en rioleringen kunnen dan ook alleen de meest dringende probleemsituaties aangepakt worden. De laatste jaren gaat onze aandacht ook in toenemende mate naar het aspect verkeersveiligheid. In verschillende sociale woonwijken werden verkeersvertragers aangelegd om de veiligheid van de zwakkere weggebruikers, vooral oudere mensen en schoolgaande kinderen, te verhogen.

Daarnaast zal in de nabije toekomst door het verkeersarm of verkeersvrij maken van sommige centrumstraten, het handelscentrum van Aalst aantrekkelijker worden. Na de werken aan de Pontstraat, komen nu de Nieuwstraat, de Kattestraat en Hoogstraat aan bod.

 

Het behoud van ons cultuur-historisch patrimonium blijft een andere prioriteit. De restauratiewerken aan het Belfort zijn in uitvoering. Binnen de planning wordt rekening gehouden met herstellingswerken aan de bedaking en aan de zijvleugel van het Landhuis en de verfraaiing van het Pieter Coeckekabinet ; de kapel en het museum Oud-Hospitaal ; wallenmuur, brug, koetshuis en orangerie van het Kasteel Terlinden ; de oude Sasbrug te Gijzegem, ...

 

De laatste 10 jaar zijn wij er ook in geslaagd substantiële overheidsinvesteringen in waterzuivering via V.M.M. Aquafin aan te trekken. De eerste fase van de aanleg collector rechteroever tot de Hammestraat werd eind 1991 spectaculair beëindigd met het verankeren van een sifon onder de Dender. In 1992 wordt de collector rechteroever doorgetrokken tot aan de vismijn, terwijl de collector Hofstade tot de grens met Erpe-Mere gepland wordt.

 

Met onze goedwerkende grondregie, beschikt het bestuur over het aangewezen instrument om zowel economische als sociale doeleinden te bereiken. Zodoende zullen wij in 1992 actief bezig zijn rond de uitbreiding van de industriezone Wijngaardveld, het realiseren van kleine woonzones en de grondverwervingen in functie van wegenwerken. Grote aandacht gaat ook naar de sociale woningen, deel uitmakend van het stadspatrimonium. Reeds verschillende woningen werden aangepast op sanitair en hygiënisch vlak.

Het aantal te saneren woningen zal in de volgende dienstjaren maximaal opgedreven worden, zodat binnen onafzienbare tijd alle woningen zullen voldoen aan de huidige woon- en comfortnormen. Inspelend op de enorme sociale woningnood in Aalst onderzoekt de grondregie mogelijkheden om dringend te voorzien in een aantal bijkomende sociale woningen o.a. inspelend op de subsidiëringsmogelijkheden van de Vlaamse Gemeenschap.

 

Overleg en samenwerking met de bouwmaatschappijen en het O.C.M.W. zullen nagestreefd worden om dit prioritair beleidsaspect meer gestalte te geven in Aalst.

 

Heel wat inspanningen, die de burgers zien, worden geleverd in verband met de herhuisvesting van bepaalde stadsdiensten, waarbij een optimaal gebruik van de stadsgebouwen nagestreefd wordt.

Voor de nabije toekomst denken wij in dit verband o.m. aan de herhuisvesting van het politiecommissariaat, de diensten onderwijs, cultuur, het stadsarchief en onze beide Kunstacademies. Hiervoor moet wel alle beschikbare mankracht van de verschillende stielgroepen ingezet worden. Naast deze specifieke opdrachten blijft het ten slotte noodzakelijk continu-diensten zoals de reinigingsdienst, groendienst en schoonmaak-dienst zo efficiënt mogelijk op te volgen. Ook hier worden voorstellen tot reorganisatie uitgewerkt in functie van noodwendigheden en gebaseerd op de mogelijkheden die het personeelsbestand toekomstgericht zal bieden.

 

 

 

 

 

 

 

 


STADSBROCHURE 1993

 

 

OPENBARE WERKEN EN PATRIMONIUM

 

 

Met een bijna "historisch" te noemen buitengewone begroting geeft het stadsbestuur in 1993 via een groots investeringsprogramma (circa 504 miljoen) de aanzet om onze stad AANTREKKELIJKER, PROPERDER, AUTOVRIJER, VEILIGER, GROENER EN SOCIALER te maken.

Het streng saneringsbeleid van de afgelopen vier jaar maakt het nu mogelijk een welgekomen maar nog steeds ontoereikende impuls te geven aan de verbetering van onze wegen en gebouwen.

Zonder onze financiële meerjarenplanning in gevaar te brengen worden planmatig een aantal realisaties tot uitvoering gebracht die het aanzien en de leefbaarheid van onze stad op middellange termijn aanzienlijk zullen wijzigen en verbeteren.

 

In vergelijking met andere steden hinkte Aalst wat achterop ten aanzien van de hedendaagse behoefte aan autovrije stadscentra. Hieraan wordt dan ook versneld verder gewerkt.

Na de Nieuwstraat, Hoogstraat en Klapstraat komen nu de Kattestraat (2e fase), O.L.-Vrouwstraat en Zoutstraten aan bod. Samen met aanpassingen aan Kapellestraat en Molenstraat moeten dan de Markt zelf, de Kerkstraat en de omgeving St.-Martinuskerk het sluitstuk vormen. Gelijklopend wordt ook gewerkt aan de plannen voor aanzienlijke uitbreiding van de zo noodzakelijke parkeergelegenheid langs de Wallenring. De heraanleg van Hop- en Botermarkt met meer groen zou hierdoor mogelijk worden. Ook de Lijn werkt aan een ambitieus plan voor herinrichting van het Stationsplein.

In onze binnenstad moet de verdere inplanting van onze ondertussen welgesmaakte sierverlichting samen met passend straatmeubilair (affichezuilen, fietsenrekken, vuilnisbakjes, zitbanken, bloembakken, ...) en de afwerking van de restauratiewerken aan Belfort, Stadhuisgevel en Station het geheel verfraaien.

Tegenover deze centrumgerichte investeringen wordt een evengroot budget geplaatst voor aanleg en verbetering van voetpaden, verfraaiing van wijk- en dorpscentra, verkeersveiligheidsprojecten vooral aan schoolomgevingen en bushaltes, en verbeteringswerken aan buurt- en voetwegen.

Samen met een aantal grote wegenis- , riolerings- en collectorenwerken wordt aldus in deze sector voor 255 miljoen frank stadsgelden geïnvesteerd.

Het stadsbestuur wil deze belangrijke investeringen ook goed onderhouden en wil bovendien onze stad properder en veiliger maken. Naast de opnieuw ingezette straatvegers wordt hiertoe voor de sterk uitgebreide ploeg "stadsreiniging" een nieuwe kolkenzuiger, borstelwagen en zwerfvuilzuiger aangekocht, terwijl bij de ook uitgebreide ploeg "stadssignalisatie" een nieuwe wegmarkeringsmachine en asfaltmachine worden ingezet.

 

Ook in de sector gebouwen krijgen een aantal reeds lang aanslepende huisvestingsproblemen van diverse stadsdiensten een definitieve oplossing : de Academie voor Schone Kunsten, het politiebureel, het stadsarchief, de carnavalwerkhal, het bibliotheekfiliaal Terlinden, en een bijkomende sporthal.

 

Naast de planning voor restauratie van ons waardevol gebouwenpatrimonium wordt ook de vroegere Zwarte Hoekbrug hersteld en bij de verdere uitbouw van het parkgebied aan het zwembad ingeplant.

 

Ook "HET" probleem in Aalst : het tekort aan betaalbare sociale woningen wordt daadwerkelijk aangepakt.

Vanuit een samenwerkingsverband en inspelend op het urgentieprogramma van Minister De Batselier zal Aalst binnen een twee- à drietal jaar kunnen beschikken over een paar honderd bijkomende sociale huurwoningen.

Naast de sociale bouwmaatschappijen en het OCMW zal ook het stadsbestuur zelf initiatief nemen tot het bouwen van 85 kleine appartementen gespreid over 2 projecten.

Samen met de plannen tot verkaveling van een drietal woonwijken is dit het antwoord van de stedelijke grondregie op deze voor vele Aalstenaars levensnoodzakelijke behoefte.

Het behoort ook tot de opdracht van de grondregie de verdere uitbreiding van de industriezone Wijngaardveld II af te werken en een dienstverleningszone te realiseren in het BPA Hoge Vesten.

 

Tot daar een beperkt overzicht van de belangrijke beleidsintenties voor de komende jaren. De uitvoering van een dergelijk ambitieus en gevarieerd investeringsprogramma is een uitdaging voor het departement Openbare Werken en Patrimonium.

Het tijdig uitwerken van meer dan 130 grote dossiers zal slechts mogelijk zijn via een goede planning, opvolging en interne organisatie. Meer dan ooit zal ook een goede samenwerking nodig zijn tussen de leden van het College van Burgemeester en Schepenen en hun respectievelijke medewerkers.

Ik heb er alvast vertrouwen in.

 

 

 

 

 

 


STADSBROCHURE 1994

 

 

VAN "AALST BOUWWERF '94" NAAR "RIOLERINGSBELEID 2001"

 

 

In 1989 bij de start van de bestuursperiode, keken we tegen een tekort aan van 213 miljoen op het eigen dienstjaar dat, zonder ingrijpen, zou oplopen tot meer dan 1 miljard over 5 jaar. Een onhoudbare situatie !

Een streng, efficiënt en volgehouden saneringsbeleid zowel inzake werkingskosten, personeels- en facultatieve uitgaven als verantwoorde verkoop van onroerende eigendommen, gaf ons naar het einde van de bestuursperiode enige financiële armslag.

Zo slaagden wij erin voor 1993 en 1994 een uitzonderlijk groot investeringsprogramma te maken gespreid over wegenis- en rioleringswerken, gebouwen, materiaal en materieel.

Het inschrijven van de nodige kredieten in de begroting betekent echter ook uitvoering in de praktijk !

En dat zullen wij Aalstenaars dit jaar geweten hebben, geconfronteerd met de ongemakken van tientallen opgestarte werken in de binnenstad en de deelgemeenten.

Voor velen onder ons zal het tijdelijk ongemak om tot een "VERNIEUWDE, AANTREKKELIJKER, PROPERDER, AUTOVRIJER, VEILIGER, GROENER en SOCIALER LEEFGEMEENSCHAP GROOT-AALST" te komen voor heel wat wrevel en ergernis hebben gezorgd. Onze gezamenlijke inspanningen zullen echter beloond worden.

Reeds eind '94 (we kozen voor een geconcentreerde korte uitvoeringsperiode) zullen wij aldus in betere omstandigheden nog meer van ons "Ienig Oilsjt" kunnen genieten.

 

Het past hier de uitzonderlijke grote inzet tijdens de afgelopen 2 jaar van het personeel van de diensten openbare werken en patrimonium in samenwerking met de andere betrokken stadsdiensten te benadrukken.

Voor een gedetailleerde opsomming van de uitgevoerde of op gang gebrachte bouw- en wegenisdossiers is hier geen plaats. Een gedetailleerd overzicht met prijsvorming in planafdrukken is echter op eenvoudige aanvraag te bekomen. Ook ben ik graag bereid om hierover bij geïnteresseerde personen of verenigingen toelichting te geven over één of meerdere, binnen de financiële mogelijkheden, krachtlijnen van het gevoerde beleid :

-  waterzuivering via collector- en rioolaanleg

-  verfraaiing binnenstad- wijk en stadsherwaardering

-  nieuwbouw projecten voor verbetering noodzakelijke dienstverlening en service

-  restauratie waardevol cultuur-historisch patrimonium

-  veilige en propere stad

-  operationeel maken grondregie

-  extern (bevolking) en intern (verschillende stadsdiensten) overleg en samenspraak bij de totstandkoming van de dossiers

-  efficiënte personeelsorganisatie dienst uitvoering en herhuisvesting stadsdiensten

-  correcte en gelijke behandeling van de inwoners op basis van duidelijke voorschriften.

 

Tot slot wil ik naar aanleiding van de opmaak van het Algemeen Waterzuiverings­programma waarover de Vlaamse Milieumaatschappij de komende maanden ook voor het Denderbekken een breed maatschappelijk debat op gang brengt nog even ingaan op de ook voor onze regio belangrijke problematiek van de vervuiling van het oppervlaktewater.

De continue achteruitgang van de kwaliteit van onze oppervlaktewateren en de grote achterstand die we hebben in vergelijking met onze buurlanden dwingt ons immers tot versnelde sanering van grachten en beken.

 

Het Denderbekken is in dat licht aangeduid als een der prioritaire gebieden in Vlaanderen. NV Aquafin, in opdracht van het Vlaams Gewest, zal in Aalst de voornaamste basisinfrastructuur plaatsen vóór 2001.

De stad op haar beurt staat in voor de uitvoering van het Totaal Rioleringsplan. Dit vergt vanaf heden nog een investering van 3 miljard frank.

Ongeveer twee derde van de rioleringen van Aalst en nagenoeg alle riolen van de deelgemeenten dienen heraangelegd volgens het TRP.

Daarbij worden aan twee zaken prioriteit gegeven :

-  de riolen waarvan de aanleg kan gecombineerd worden met dringende wegvernieuwingen

-  de riolen die lozingspunten in grachten of beken opvangen

 

Parallel met de collectoraanleg zal de stad trachten alle belangrijke resterende lozingspunten te starten (vóór 2001).

In 1994 vingen wij daarmee aan in het project Kerkstraat Gijzegem. Eerst worden Gijzegem, Hofstade, Nieuwerkerken en Erembodegem gesaneerd. Daarna volgt, in functie van de Aquafinwerken, de rechteroever.

Gecombineerd met de bijeenkomende 3 wegenwerken gaat deze eerste fase over 0,6 à 0,8 miljard.

 

Iedereen beseft de noodzaak tot sanering van onze vervuilde waterlopen en beken om de volgende generaties een leefbare omgeving te kunnen waarborgen.

Voor Aalst kennen we nu ook het prijskaartje.

Aan de huidige en toekomstige bestuurders van onze stad om deze verantwoordelijkheid op te nemen.

Ik wil me alvast daartoe bereid verklaren.

 

 

 

 

 

 

 

 


STADSBROCHURE 1995

 

 

HUISVESTING : AANDACHT VOOR KWANTITEIT EN KWALITEIT

 

 

In de nieuwe beleidsverklaring voor de bestuursperiode 1995-2000 komen huisvesting en waterzuivering in dit departement duidelijk naar voor als prioritaire en belangrijkste aandachtspunten.

In deze bijdrage gaat onze volle aandacht naar het probleem van de huisvesting in onze stad. De nieuwe officiële omschrijving van de titel "Schepen van Openbare Werken, Patrimonium en Huisvesting" wil het belang van het huisvestingsprobleem verder onderstrepen en ligt in het verlengde van een vroegere bevoegdheid Welzijn.

Het nijpend tekort aan betaalbare huurwoningen is nog steeds één van de grootste welzijnsnoden in Aalst. Het leidt zelfs tot dakloosheid. In de eerstkomende jaren moet vooreerst het aantal sociale huurwoningen drastisch omhoog. Zowel het stadsbestuur, het O.C.M.W. als de plaatselijke sociale bouwmaatschappijen doen hiervoor grote inspanningen, met voor sommige projecten de financiële steun van de Vlaamse Gemeenschap. Er kan echter niet alleen gerekend worden op sociale nieuwbouw­projecten.

Om het structureel tekort op korte termijn te helpen opvangen moet het sociaal verhuurkantoor dringend verder worden uitgebouwd en moet gebruik gemaakt worden van het recht om leegstaande woningen op te eisen om behoeftigen en daklozen te huisvesten. Ook zal door middel van een verscherpte belasting op leegstand de toegankelijkheid van de huisvestingsmarkt verbeteren. Tot dezelfde reeks maatregelen behoort de strikte toepassing en controle van het stedelijk reglement op het kamerwonen.

Het stadsbestuur blijft systematisch verder werken aan de verbetering van de kwaliteit van de bestaande sociale woningen. In 1996 wordt de grondige sanering van de sociale woningen in de Bevrijdingsstraat in het vooruitzicht gesteld.

Door de verdere uitbouw van de dienst Huisvesting tot een echte "woonwinkel" willen wij de kwaliteit van de dienstverlening verbeteren. In deze woonwinkel zal aan de bevolking een volledig en overzichtelijk dienstenpakket rond wonen worden geboden.

Voor de nieuwe huisvestingsprojecten van de stad en het OCMW wordt op basis van objectieve gegevens een centraal register van kandidaat-huurders aangelegd waarbij de volgorde van inschrijving zal gerespecteerd worden. Dit systeem kan met het akkoord van de sociale huisvestingsmaatschappijen veralgemeend worden. Het doel is hier te komen tot toewijzing op basis van duidelijke criteria, vereenvoudiging, doorzichtigheid en openbaarheid zodat elke willekeur bij de toewijzing van een sociale woning uitgesloten is.

Via de Stedelijke Grondregie zullen wij blijven inspelen op subsidiëringsmogelijkheden om verder een actief huisvestingsbeleid te voeren. Wij denken hierbij concreet aan het opvullen van de lege gaten binnen de bestaande woongebieden, aan inbreidings-projecten, aan terbeschikkingstelling van bouwpercelen door aankoop en afbraak van niet meer te saneren bouwvallige of ongezonde panden en aan de realisatie van sociale verkavelingen.

Wij moeten binnen onafzienbare tijd op al deze vlakken tot tastbare resultaten komen. Dat is wat ons te doen staat. Het stadsbestuur zal naast de eigen initiatieven, hier coördinerend, stimulerend en sensibiliserend blijven optreden.