Vraag Vera Van Der Borght

Gemeenteraad 2 september 2008

Kinderopvangsector

 

Om een aangepast beleid beter te kunnen ontwikkelen vertrekken we inderdaad best vanuit de

beschikbare cijfergegevens:

 

- in 2006 telde Aalst 2978 kindjes tussen 0 en 3 jaar

- begin 2008 waren er in Aalst 748 kindplaatsen waarvan slechts 65% inkomensgerelateerd

 

Ook in Aalst is dus een inhaaloperatie meer dan noodzakelijk.

En zoals bekend heeft het stadsbestuur ondertussen niet stilgezeten en werd er maximaal

ingespeeld op de in Vlaanderen vrijgemaakte bijkomende financiële middelen.

 

Zo werden nieuwe projecten opgestart en ingediend voor erkenning en subsidiering:

 

- de oprichting van een lokaal kinderopvangoverleg

- de opmaak van een lokaal kinderopvangbeleidsplan als onderdeel van het lokaal sociaal

   beleidsplan

- de oprichting van een centraal infoloket gekoppeld aan de oprichting van een opvoedings-

   winkel

- een bijkomend nieuw stedelijk kinderdagverblijf voor 36 plaatsen in samenwerking met

   ocmw en asz

- opstart flexibele en occassionele opvang via de gemandateerde voorzieningen

- kinderopvang via dienstencheques ism ocmw (het meest moeilijke verhaal)

- opstart buurtgerichte opvang  

 

Wij hopen dat kortelings alle nieuwe initiatieven zullen erkend, gesubsidieerd en opgestart zijn.

 

Het moet dus duidelijk zijn dat dit bestuur daar waar mogelijk zelf initiatief ontwikkelt, gebruik makend van alle mogelijke subsidieringskanalen (in Vlaanderen en de Provincie), waarbij vooral ook de inkomensgerelateerde kinderopvang voor ons van groot belang is.

Er moet immers niet alleen voldoende kinderopvang zijn, de kinderopvang moet voor iedereen ook toegankelijk en betaalbaar zijn.

 

Daarnaast blijven natuurlijk ook de zelfstandige en/of private (tot op vandaag niet inkomensgerelateerde) initiatieven van groot belang en verdienen deze ook onze aandacht en ondersteuning daar waar mogelijk.

 

De dialoog met deze initiatieven werd op gang gebracht, maar effectieve financiële ondersteuning of subsidiering in alle mogelijke vormen werd tot op heden in Aalst nog niet toegepast.

 

De laatste tijd worden in vele steden en gemeenten, vooral ook in de centrumsteden inderdaad op dit vlak heel wat initiatieven genomen.

Ook onze gezinsdienst onderzoekt momenteel voorzichtig en rekening houdend met de financiële mogelijkheden wat mogelijk is.

 

Ik stel voor dat we samen, ook in overleg met de adviesraad en de commissie mogelijke voorstellen uitwerken, binnen de financiele mogelijkheden van de begroting en meerjarenplanning.

 

 

Patrick De Smedt,

Schepen – ocmw voorzitter